Blog Image

2022-2023

Beschouwing Posted on Sat, December 31, 2022 15:47:17

De laatste dag van 2022. Op de drempel van 2023. Een jaar geleden sloot ik dit blog met het voornemen om de tijd en rust van dit jaar te gebruiken om structureel te schrijven aan iets wat misschien een vastere vorm kan krijgen. Het jaar begon echter verre van rustig. De ontwrichting die een suicide in de familie geeft, maakte dat ik niet bij de woorden kon komen om de draad van het schrijven op te pakken.

Iemand zette me op een gegeven moment weer op het spoor. Moedigde me aan en in gesprek ontstond ook een betere opzet waar ik mee vooruit kon. Vanaf de zomer ben ik alsnog stevig en consequent gaan schrijven waardoor het me gelukt is. Het is een geheel worden. Een boek over verwond en toch verbonden zijn. Dat gaat niet vanzelf. Maar er zijn hulpbronnen en veelal zijn die bronnen door mij in de Bijbel gevonden. Die bronnen wil ik graag doorgeven. Voor mensen die door onveiligheid verwond zijn en zoekend zijn in het leven hoe je je dan opnieuw kunt leren verbinden.

Of het lezenswaardig is? Dat zal moeten blijken. Allereerst door enkele lezers die ik uitnodig om er een eerste blik op te werpen en mij van feedback te voorzien. Het is spannend om het uit handen te geven. Een nieuwe stap in 2023.

Voor Rosj Hasjana, het joods nieuwjaar, schreef Jonathan Sacks ooit tien levengevende principes. Vier van die tien deel ik graag met je:

  • Geef dank : dank voor het leven, bijvoorbeeld in je gebed. Het zal je helpen op te merken wat je anders als vanzelfsprekend ervaren zou hebben. Het zal je helpen te zien dat je omgeven bent met zegeningen. Alles wat moeilijk voor ons is, ons zorgen geeft of onzeker maakt – het kan wachten als we danken.
  • Vergeef : emotionele energie is te kostbaar om te verspillen aan negatieve emoties. Wie vergeeft gaat lichter door het leven, bevrijd van de last van gevoelens die niemand goed doen.
  • Creëer momenten van vreugde : het kan zo simpel zijn als een wandeling op de eerste lentedag. Of iemand onverwacht een compliment geven. Vreugde is niet hetzelfde als geluk. Geluk hangt vaak af van externe omstandigheden. Maar zelfs al zijn de omstandigheden verre van gelukkig, toch kun je vreugde ervaren. Sacks zegt: ‘Zoals zonneschijn de wolken doordringt, bevrijdt vreugde de geest en verbreekt het de greep van verdriet’; ‘Vreugde betekent je ziel openen voor de uitstraling van het leven, weigeren je gevoel van verwondering door ouderdom of tijd te laten afstompen’.
  • Heb lief : liefde, zo zegt Sacks, is de alchemie die het leven verandert van metaal in goud. Die onze dagen etst met de uitstraling van de goddelijke aanwezigheid. Waar liefde is, daar is God. Want als we van anderen houden, stroomt Gods liefde door ons heen. Om te leven moet je leren lief te hebben.

Dat 2023 vol zegen zal zijn om ons te oefenen in deze principes!



2022

Beschouwing Posted on Wed, December 29, 2021 19:40:12

Het afgelopen jaar heb ik met grote regelmaat geschreven op dit blog. Een fijn middel om wat ik lees en bestudeer aan anderen door te geven, vooral nu ik niet meer werkzaam ben als docent. Soms kreeg ik zomaar een mail van iemand die ik niet ken, die er iets aan heeft. Mijn laatste serie, over de gebroken tafelen, laat ik onafgerond omdat iets anders de afgelopen maanden bij mij in gang werd gezet.

Het einde van 2021 nadert nu. De tijd die voorbij gaat kun je maar één keer ‘vastpakken’. In alles wat we door de tijd heen meemaken, de keuzes die we maken of voor ons gemaakt worden, trekt ‘het niet geleefde leven’ als een schaduw mee op. Ken je dat? Dingen die je hebt willen doen, maar waar het nog steeds niet van is gekomen? Soms omdat je wacht op een beter moment. Soms omdat je denkt dat je er nog niet klaar of nog niet oud of wijs genoeg voor bent, te weinig ervaring hebt. Elk moment heeft genoeg aan zichzelf, dus soms moet je de keus maken om je NU toe te wijden aan waar je toe geroepen wordt. En er dan op te vertrouwen dat er iets voor je uitgaat, een wolk van Aanwezigheid.

Veertig is een bijzonder getal in de joodse traditie. Het gaat bij veertig altijd over beproeving, voorbereiding en verwachting. Mozes verbleef veertig dagen op de berg en keerde veranderd terug. Jezus verbleef veertig dagen in de woestijn en na die beproeving kon hij zijn missie beginnen. Het volk Israël trok veertig jaar door de woestijn en toen pas opende zich een nieuwe toekomst. Veertig – het lijkt een scharnierpunt. Het is de tijd van een generatie en met elke generatie is er de hoop, de verwachting dat de toekomst anders vormgegeven wordt.

Binnenkort word ik veertig.

Ik heb me voorgenomen dat ik dit levensjaar in het teken wil zetten van iets waar ik al langer mee bezig ben. De opbrengst van beproeving en voorbereiding oogsten. Het is mijn hoop dat dit schrijven een vastere vorm kan krijgen dan hier op dit blog. Dat gaat niet vanzelf en vraagt toewijding, aandacht en tijd. Tijd die ik daarom niet zal besteden aan dit Dag-aan-Dag blog.

Een goede afronding van 2021 gewenst en voor 2022 vreugde en alle goeds!



Gebroken tafelen II

Beschouwing Posted on Wed, October 27, 2021 12:24:47

Ik schrijf een serie rondom de verhalen uit Exodus waar beschreven staat dat Mozes de tien woorden op stenen tafelen ontvangt. Eerst maar eens twee vragen: 1) wat zouden we ons voor kunnen stellen bij ‘stenen tafelen’? 2) Waar raken de stenen tafelen aan ons leven?

In het Hebreeuws staat er ‘èth-loechoth hà-èvèn’. Bij Jos Quak las ik een interessante vertaling[1], die hij o.a. maakt onder inspiratie van Friedrich Weinreb. Volgens Quak is ‘loechoth’ verwant aan de stam van het vrouwelijke woord làch wat ‘vochtig, vers, groen’ betekent. ‘Loàch’ is te vertalen als fris, levenskracht. Zo wijst Quak er op dat de stenen tafelen niet gezien moeten worden als dood materiaal, maar als iets dat springlevend is.

‘èth-loachoth’ wordt door haar dan vertaald als: ‘(het) leven (dat) door alles heen fris en krachtig blijft’.

Dan het tweede stukje: ‘hà-èvèn’, ‘de steen’. Maar tegelijk fungeert èvèn als het verbindingswoord tussen vader en zoon en duidt het dus op verbinding en relatie. In die relatie van vader en zoon gaat het ook om het doorgeven van leven.

De uiteindelijke vertaling die Quak geeft van ‘èth-loechoth hà-èvèn’ is:

‘(ons) diepste wezen (dat) door alles heen springlevend blijft (omdat het bij haar) Bron blijft’. Ik zou daar dus aan toe willen voegen ‘en leven doorgeeft’, van generatie op generatie.

Prachtig!

Hoewel het in de kerk waar ik vroeger opgroeide elke zondag de gewoonte was om de Tien Woorden te horen, ben ik tegelijk opgegroeid met christelijke opvattingen over de wet die ons volgens Paulus tot de dood toe schuldig verklaart (Gal. 2:19). Dat is een eind weg van de vertaling waar Quak op uitkomt.

In Quak’s vertaling draait het om verbinding, om contact met de Bron die leven geeft. Leven is iets anders dan bestaan.

‘Life is the effect something that exists has on its surroundings, the contribution it makes to the world’.

Rabbi Manis Friedman, Creating a life that matters, 4

Volgens rabbijn Friedman draait ‘bestaan’ om het in stand houden van jezelf, je eigen ruimte. ‘Leven’ is je eigen ruimte, je zijn, verbinden aan de ruimten en het leven om je heen. Dan ontstaat er gemeenschap.

‘You were given life, and it’s your life. But it’s not for you’.

Rabbi Manis Friedman, idem, 121

Het gaat om ons diepste wezen, onze adem, ons hart. Wie we in onze kern zijn. Als we dan in de hoofdstukken voor Exodus 32 lezen wat het is dat God tegen Mozes zegt, dan draait het allemaal om relaties, om de gemeenschap. Tussen God en mens, tussen mensen, tussen mens en dier, en over wat er in die relatie allemaal mis kan gaan. En ook gaat het om onze relatie tot dingen, dat wat we beschouwen als bezit.

God besluit dan met twee dingen. Ten eerste de vraag wat het volk, elk individu, bereid is te geven om een heiligdom voor God te bouwen temidden van de gemeenschap (Exodus 25). Het gaat hier dan om de ruimte die wij bereid zijn te maken in ons midden voor Gods aanwezig-zijn. Ten tweede: God eindigt met de opdracht om de sabbat ‘in acht te nemen’ en te vieren. Eén dag in de week als herinnering aan de Bron, dat we niet bestaan omdat we ons zelf in stand houden, maar omdat we in stand gehouden, gedragen, worden. Een herinnering dat wij niet van onszelf zijn, dat wat wij in handen hebben niet van ons is. Ruimte maken voor God, de A/ander en ruimte maken in de tijd geven ons de gelegenheid ons verstikkende egoïsme te verdrijven doordat we in staat zijn iets goddelijks toe te voegen.

De stenen tafelen die Mozes ontvangt doen dat ook. Ze vertellen ons wie wij zijn: mensen die niet op zichzelf bestaan, maar leven ‘in relatie tot’. De realiteit lijkt vaak zo anders en daarom vertellen deze richtlijnen ons hoe wij onszelf ‘weg kunnen leiden’ aan de verslaafdheid aan ons zelf en ons eigen bezit en kunnen terugbrengen tot wie wij zijn. Het gaat om de gerichtheid die we zouden kunnen hebben op de levenskracht die groter is dan onszelf. Op de vruchtbaarheid van de grond in ons hart waaruit leven, groei, vruchten kunnen opbloeien en ons in de ruimte kunnen stellen.

Dat is wat ons is gegeven in de Thora op stenen tafelen: de verbondenheid met de Bron en de verbondenheid met alles wat uit die Bron voorkomt. Dan leven we niet langer opgesloten binnen in onszelf. De Thora is het bestemmingsplan dat ons hoe we kunnen bewegen, weg van onszelf, van ‘zouden kunnen hebben/zijn’ naar ‘hebben/zijn’. Het volgen van de richtlijnen gaat dus niet om het behalen van doelen en plichten, het doen van daden, maar om datgene zijn wat we in Gods ogen aan potentie in ons hebben.

“De bestemming van de mens is om een incarnatie, een belichaming van de Thora te zijn. Het doel van de Thora is om in de mens, in zijn ziel en in zijn daden aanwezig te zijn.”

Abraham Joshua Heschel, God zoekt de mens, 295

En juist dat, Gods eigen teken van zijn geloof in de goddelijke potentie in de mens, gooit Mozes aan diggelen. Ik zou denken: ‘o Mozes, wat doe je nu met die woorden die door God zelf zijn ingegrift? Hoe durf je die kapot te gooien?’

Maar joodse commentaren leren mij dat het de grootste daad is die Mozes in zijn leven heeft verricht! Daarover meer in het vervolg.

(wordt vervolgd)


[1] hetboek_exodus [Lodebar]



Gebroken tafelen I

Beschouwing Posted on Sun, October 24, 2021 19:29:42

“Weest zorgvuldig (in de omgang) met een oude van dagen die buiten zijn schuld zijn kennis verloren heeft, want men zegt dat zowel de (nieuwe) stenen tafelen als de brokstukken (van de oude tafelen) in de (heilige) ark lagen”.

Rabbi Jehoeda in de Babylonische Talmoed

De ervaringen die ik in mijn vorige blog beschreven heb, hebben de afgelopen tijd op de deur van mijn hart geklopt. Ik had vragen, ik voelde mee, ik voelde ook ‘tegen’, en ik zocht… naar inspiratie. Afgelopen week volgde ik een online studie-programma. Heel abstract had dat programma als thema: de lijfelijkheid van de geest. Meer concreet ging het over vragen rondom herstel, rouw en verdriet in mensenlevens van psychose tot aan de gevangenis.

Wat is herstel eigenlijk?

Ik grasduinde maar weer eens door wat bronnen op mijn bureau en zo stuitte ik in ‘Kabbala als levenskunst – op zoek naar eenheid en heling’ van Marcus van Loopik op het citaat hierboven van rabbi Jehoeda. Het is zijn commentaar bij het verhaal uit Exodus 32. Dat verhaal beschrijft een uitgebreide ontmoeting tussen Mozes en God op de berg Sinaï. Daar heeft God veel belangrijke dingen tegen Mozes gezegd. God rondt dat gesprek met Mozes af door te benadrukken dat het volk zich aan de sabbat moet houden: één dag in de week om op adem te komen. Daarna gaf God Mozes ‘een kopie’ van het verbond, twee stenen tafelen. Met dat verbond in zijn handen keert Mozes terug naar het volk en hij weet wat hij moet verwachten, God had het hem immers al over het ongeduld en ongeloof van het volk verteld. Toch verliest Mozes zijn zelfbeheersing als hij met eigen ogen ziet wat God bedoelde: hoe het volk danst om een gouden beeld. Het blijkt toch makkelijker om iets duurs en tastbaars te vereren waar je zelf ook nog moeite voor hebt gedaan, dan te geloven op een onzichtbare Nabijheid!

Marc Chagall

In zijn woede gooit Mozes de stenen tafelen stuk. Wat er precies met die brokstukken is gebeurd vertelt de Bijbel niet, maar rabbi Jehoeda gaat uit van de traditie die zegt dat Mozes de brokstukken bewaarde en met zich meedroeg – al dan niet in de heilige ark. In de joodse traditie behielden ze hun heiligheid want de woorden waren door Gods eigen vinger in steen gegrift.

Juist dat beeld gebruikt rabbi Jehoeda om ons te wijzen op de niet-op-te-geven heiligheid van een mens, hoe geschonden of aangetast (het beeld van God in) die mens ook is. Zelfs in die geschondenheid, in lijden en in wat geleden is, moet het beschermd en gedragen worden door de gemeenschap. Zo bezien is lijden, en wat een mens overkomt, nooit een individueel probleem. Volgens het joodse mensbeeld hangt de waarde en de heiligheid van een leven samen met de unieke plaats die een mens inneemt binnen de gemeenschap. Of je leven (nog) van betekenis is, hangt niet af van je eigen individuele oordeel. Immers, hoe zou je zelf hierover kunnen oordelen?

Maar, wat is dan die ‘gemeenschap’ en waar laat die gemeenschap zich door leiden? Danst zij, zoals de Israëlieten, alleen om wat tastbaar is, van goud en ‘zelf gemaakt’ is? Welke overtuigingen leven er in die gemeenschap over wat het betekent om mens te zijn? Wat zegt die gemeenschap over de zin en waarde van een leven? Maar misschien belangrijker nog: wat zegt, wat gelooft deze gemeenschap over lijden?

Is de gemeenschap die wij samen vormen, als kerk en als maatschappij, één die veilig genoeg is om te kunnen breken, zoals de stenen tafel? Is het een gemeenschap waar je woede er mag zijn, net als je wanhoop en je doodswens, maar dat er dan tóch troostende nabijheid is en ruimte voor herstel?

Herstel dan niet in termen van productie, van de winst onderaan de streep en ook niet dat van het succesverhaal dat vertelt kan worden voor de camera of wat beloont kan worden met allerlei ‘likes’. Nee, herstel of helen bezien als waarin datgene waar je aan lijdt ieder moment dat het de kop steekt zacht omhuld en gedragen wordt door jou en de ander. Niet weggedrukt, opgepoetst, verloochend of afgeleid. Maar: vastgehouden, betekenis gegeven, samengebracht, verzorgd, en weer tot leven gekomen – (weer opnieuw) uitgenodigd worden in verbondenheid, in en vooral dóór de gemeenschap. Dat zijn de nieuwe tafelen – die naast de brokstukken liggen – als teken van het verbond.

Komende tijd wil ik in een serie schrijven over wat ik denk dat we, voor onszelf en voor de gemeenschap die we vormen, kunnen leren van de heilige, gebroken tafelen.



Draaglijk leven

Beschouwing Posted on Sun, October 03, 2021 19:35:47

Achttien jaar heb ik in het onderwijs gewerkt met kinderen in de leeftijd van 12-18 jaar. De jaren van identiteitsontdekking, persoonlijke vorming, een plan voor je leven uitstippelen: wie wil ik gaan worden, wat wil ik gaan studeren, hoe bereid ik me voor op volwassen deelname aan de maatschappij? En daarnaast een veel belangrijkere zoektocht: wat betekent het om vrienden te zijn? Om een serieuze relatie aan te gaan? Een heel boeiende fase, meestal vol onstuimig leven.

Ik dacht er afgelopen week met heimwee aan terug. Een moment dat ik bijna kon smeken om zwetend voor een klas met bomvolle uitdagende, irritante, mijn grenzen tartende pubers te staan. Ik verlangde er naar terug. BIJNA. Een cliënt waar ik inmiddels een jaar kom heeft zich aangemeld bij het Expertisecentrum Euthanasie. Een arts en een verpleegkundige kwamen op gesprek en de cliënt wilde graag dat ik er bij aanwezig zou zijn. Met een kop koffie in de hand ging het gesprek over geen ontwikkeling meer zien, niet langer willen en kunnen accepteren dat het leven zo anders gelopen is dan ooit in de wilde puberjaren gedacht en gehoopt.

Een leven met een knik er in, waar het noodweer zo plotseling inslaat als de bliksem: daar kun je niemand op voorbereiden. Bij veel van mijn cliënten gebeurde het onverwachts. Uit het niets gebeurt er iets onomkeerbaars in je hoofd. Vanaf dat moment kun je de helft van je lichaam niet meer gebruiken, geen woorden meer vormen en uitspreken. Je zit op de bank en wacht. Totdat de thuiszorg komt om je te wassen en die laat je nog weleens langer wachten dan je wilt – of gewoon zitten. Je ziet hoe bij de kassa door jouw vertraagde beweging een rij achter je ontstaat. Je laat je bord met eten vallen en moet je vriend vragen om de door jou gemaakte rotzooi op te ruimen. Je voelt je een last. Je vraagt je af wat je nog kunt doen, wat je nog kunt maken van een half belichaamd leven. Wat maakt dat leven nog waardevol, draaglijk? Wie geeft je antwoord op deze ervaringen, op deze vragen?

Het gesprek is onder mijn huid gekropen en huist daar nog steeds. Het krabt aan vragen. Is je leven in onze samenleving voorbij als je weinig of niet mobiel bent, als je niet meer met woorden kunt communiceren, als je niet meer kunt deelnemen aan het gewenste tempo? Heb ik de pubers die ik in die jaren voor me zag – in een onderwijswereld waar het steeds meer draait om voorbereiden op een maatschappij van zelfregie, zelfontplooiing en autonomie – uiteindelijk wel voorbereid op het échte leven?

Gaat dit over (ver)dragen en gedragen durven worden, ook in die dingen waar geen mens en geen God je ooit op had voor kunnen bereiden? Ontvangen worden als je om hulp moet vragen, als je afhankelijk bent, met je gebutste kanten, je beperking, je gehavende lijf?

Zin vinden of ervaren in het feit dat we er zijn, zonder dat we hoeven presteren of er iets van te maken: het is een onmogelijke, helse klus om die levenszin alleen uit jezelf te halen. Lijden is ondraaglijk als je het alleen moet doen en alles geplaats wordt in een kosten-batenplaatje, zorg op contract.

Aan het eind van het gesprek wijst de verpleegkundige naar de poster die aan de muur bij mijn cliënt hangt. Een poster van Herman Brood met de tekst: ‘where were you when I needed you’.

‘Mens, waar ben je?’ vroeg God in het begin. Die vraag stelt de Eeuwige nu nog, en elk mens aan mij: ‘waar ben ik?’ En aan ons als samenleving: ‘Waar zijn wij?’ God ontwierp het leven niet als een individueel project van talentontwikkeling. Als we dat gaan geloven zijn we uiterst kwetsbaar voor wat aan ‘noodweer’ zomaar in ons leven kan opsteken: drama’s, verandering, onzekerheid[1]. Liefde, er-zijn als antwoord op ‘waar ben je?’, is het antwoord én de verlossing. De Eeuwige gaf ons een verbond: Ik BEN er, Ik Ben hier. In jouw huis, op je bank, daar waar je wacht, daar waar je morst en valt. In dat verbond rekent de Eeuwige op ons, zoals wij dat ook in een verbond doen: op elkaar rekenen, elkaar trouw zijn, elkaar opvangen, ontvangen en je laten ontvangen. In dat verbond zijn we geplaatst, om ons te verbinden, om er-te-zijn, om zin te geven aan elkaar. Dragen en gedragen worden. En zelfs het moeilijkste: je láten dragen als dat nodig is. Waar dan ook, hoe dan ook. Zoals de verlamde jongeman door zijn vrienden gedragen werd. Vrienden die het onmogelijke voor hem mogelijk maakte: door het dak heen, afdalen naar Jezus, hem brengen naar een plek waar hoop gevoeld kan worden (Markus 2).

Leven: leren dragen en leren je te laten dragen, van jongs-af-aan…


[1] Jonathan Sacks, Moraal, 51



Ik heb misdaan

Beschouwing Posted on Thu, September 16, 2021 18:20:50

Vandaag vasten de Joden en bidden 24 uur onophoudelijk. Het is Jom Kippoer, Grote Verzoendag. Tien dagen nadat het nieuwe jaar begonnen is, is het tijd om de innerlijke balans op te maken. Eén van de belangrijkste en indrukwekkendste gebeden op deze dag is het ‘Ahshamnu’: wij hebben misdaan. Steeds weer wordt opgesomd: wij hebben verraden, overtreden, gestolen, belasterd, anderen aangezet tot zonde, schadelijk advies gegeven enzovoort. En bij alles wat opgenoemd wordt slaat men met een vuist op het hart. Het lijkt een uitgewerkte versie van psalm 106:

‘Wij hebben gezondigd zoals onze voorouders,

wij hebben gefaald en kwaad bedreven.’

Psalm 106:6

Het klinkt allemaal zwaar en ellendig om je zo klein te maken. Is dat nou zo nodig? Voor Joden is het juist een krachtige daad om te zeggen: ‘ik heb misdaan’. Het gaat volledig in tegen de slachtoffercultuur die we nu vooral om ons heen zien. Over zo’n type cultuur sprak Jonathan Sacks zich krachtig uit: ‘het klopt niet, het is immoreel en het is een ontkenning van mens-zijn’, zo schreef hij in zijn commentaar bij Genesis (Genesis – boek van het begin, Skandalon 2020). Waarom die stelligheid? Omdat volgens Sacks een dergelijke cultuur van een slachtoffer een object maakt waarbij de oorzaak van iemands situatie in externe omstandigheden wordt gezocht en zijn verantwoordelijkheid voor en in die situatie wordt ontkent. Op die manier blijft het slachtoffer gevangen.

De oorzaak van de ellendige situatie die is ontstaan afschuiven – vanaf een van de eerste bladzijden van de Bijbel leren we dat dat onze oermenselijke neiging is. Zowel Adam als Eva ontkennen hun persoonlijke verantwoordelijkheid (Genesis 3). En niet veel later in de Bijbel ontkent Kain, die zijn broer heeft doodgeslagen, zijn morele verantwoordelijkheid als hij zich afvraagt of hij dan een plicht had richting zijn broer (Genesis 4). Noach ontkent collectieve verantwoordelijkheid door alleen zijn eigen familie te redden. Als we eerlijk in de spiegel kijken, of zoals ik eerder schreef over de maand Elul ‘ons hart en onze nieren beproeven’, zien we dan niet altijd iets van Adam, van Eva, van Kain, van Noach, van onze voorouders, in onszelf? Al voordat we het doorhebben, schuiven we de schuld naar onze ouders, onze opvoeding toe. Of onze genen. De school waarop we gezeten hebben en de docenten die nooit onze talenten zagen. Of de overheid, de politici. Nee, er moet heel wat gebeuren voordat we kunnen zeggen: ‘wíj hebben misdaan’.

Dát zeggen vraagt om innerlijke kracht en vertrouwen. Want dat eenmaal gezegd kan er van alles gebeuren. Het oordeel van een ander, strafmaatregelen, er niet meer bij mogen horen, aan de kant van de maatschappij gezet. Als je vertrouwen kunt op een God die je vasthoudt en je niet afrekent op je misstappen, is het eenvoudiger om te zeggen: ‘ik heb misdaan’.

Jom Kippoer is daarom een dag waarop dat vertrouwen in God geoefend wordt. Het is de herinnering dat er altijd een mogelijkheid is om ánders te kiezen, om terug te keren naar God en je opnieuw toe te wijden. Het is de wijze waarop de Eeuwige ons geschapen heeft, namelijk met vrijheid en verantwoordelijkheid, volledig serieus nemen. Het is beseffen dat ‘ik kan niet anders’ of ‘nou ja, ik ben nu eenmaal zo’ een leugen is. De waarheid is dat wij anders kunnen en dat die keus steeds weer voor ons ligt. Zoals Mozes zijn volk namens God de keus geeft om te kiezen tussen zegen en vloek, leven en dood. In diezelfde toespraak zegt Mozes:

‘De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en liggen niet buiten uw bereik. Ze zijn niet in de hemel, dus u hoeft niet te zeggen: “Wie stijgt voor ons op naar de hemel om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen?” Ook zijn ze niet aan de overkant van de zee, dus u hoeft niet te zeggen: “Wie steekt de zee voor ons over om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen?” Nee, die geboden zijn heel dichtbij, u kunt ze in u opnemen en ze u eigen maken; u kunt ze volbrengen.’

Deuteronomium 30:11-14

Wat een vertrouwen heeft God in ons vermogen om te kiezen voor de zegen! Dat vertrouwen mogen wij beantwoorden door ons vertrouwen dat wanneer we falen er ruimte is om eerlijk in onszelf te kijken en naar buiten, naar/in de relatie met de A/ander, te treden en te zeggen: ‘ik heb misdaan’.

Jonathan Sacks legt uit dat Abraham ons voorbeeld is van hoe we geroepen worden te leven in radicale vrijheid (Genesis – boek van het begin). Dat is niet de vrijheid zoals wij die in onze cultuur kennen, waarin vrijheid vooral gaat om onbelemmerd alles kunnen en willen doen zoals jij dat wilt. Nee, Gods vrijheid is ethische vrijheid: om te kunnen kiezen wat we behoren te doen en zo, samen met God, te werken aan een wereld die steeds voller wordt van God. Tot Abraham zei God: ‘Lech lecha’, wat betekent: ‘Ga, trek weg, ga op reis’. Volgens Sacks betekent dat in werkelijkheid: ‘reis naar jezelf’.

‘Verlaat alle invloeden van buitenaf die maken je tot een slachtoffer van de omstandigheden waarover je geen controle hebt. Maak een reis naar binnen, naar het zelf. Daar – alleen daar – wordt vrijheid geboren, beoefend en volgehouden.’

Jonathan Sacks, Genesis – boek van het begin, p. 69

Dat is een reis van opklimmen, afdalen, naar beneden vallen, uitrusten, weer opklimmen. Je leert die vrijheid niet zonder falen. En, paradoxaal genoeg, die vrijheid wordt nog groter wanneer je leert durven zeggen: ‘ik heb misdaan’. Aan het einde van de dag, aan het einde van de gebeden, slaan Joden hun gebedsmantel om hun hoofd heen. Symbolisch schuilen ze in de barmhartigheid van God die altijd en overal te vinden is, ook als je misdaan hebt. Om zo met hernieuwd opgericht hoofd verder te kunnen trekken, naar nieuwe levenslessen, nieuwe valkuilen en nieuwe kansen om goed te doen en tot zegen te zijn.



De wil voor een nieuw begin

Beschouwing Posted on Sat, September 04, 2021 11:15:11

Wekelijks schrijven in de maand Elul is mij niet gelukt. Deze maand stond voor mij in het teken van het verlaten van een vertrouwde plek om voor nog onbepaalde tijd op een stille, kleine (47m2!) plek in het bos te gaan wonen. Het was een soms moeilijk selectieproces: welke spullen wil ik absoluut bij me houden? En van welke spullen kan ik definitief afscheid nemen of voor dezelfde onbepaalde tijd in de opslag bewaren? Vooral met boeken was dit niet een makkelijke opgave. Op een dieper niveau heb ik ook het een en ander nog steeds te overwinnen. De zekerheid van een vast woonadres opgeven, de onzekerheid over de tijd die het gaat duren, knaagt aan een gebrek aan basisvertrouwen, aan levensvertrouwen dat ik altijd ergens met mij meedraag. Zo ging deze maand zijn eigen weg met mij.

En nu begint in de joodse kalender het nieuwe jaar. Rosj Hasjana. Het beproeven van de nieren en het hart is nog niet afgelopen – die afronding is er pas op Jom Kippoer, Grote Verzoendag. Die dag valt in de joodse kalender tien dagen later dan Rosj Hasjana. Eerst mogen we weten dat we altijd aan iets nieuws mogen beginnen. De Eeuwige geeft ons een nieuw begin – alvorens over ons verleden, onze misstappen, gemiste kansen, spijt, maar ook onze prestaties, te oordelen. Dat is liefde, dat is barmhartigheid.

Tijdens Rosj Hasjana worden geboorteverhalen gelezen in de synagoge. Het geboorteverhaal van Isaak en het geboorteverhaal van Samuël. Beide moeders, Sara en Hannah, waren op hoge leeftijd. Dusdanig, dat de verwachting, de hoop om nog moeder te worden er bijna niet meer was. Sara moest (spottend?) lachen om de belofte en Hanna bleef volhardend bidden voor een zoon. Voor beide vrouwen werd de toekomst anders dan verwacht, er bleek verandering, een nieuw begin mogelijk.

Marc Chagall

Rosj Hasjana is het vieren van het allereerste begin. De planeet aarde die, in volstrekte duisternis, door de Eeuwige uitgekozen wordt als een plek waar leven moet zijn. Waar een begin moet komen, waar ruimte moet komen voor licht, voor bossen, water, bloemen, vogels, dieren, mensen – alles wat alleen kan leven van dat licht en de adem die de Eeuwige geeft. Het is het wilsbesluit van de Eeuwige dat alles leeft, dat jij en ik bestaan, voor een tijd op deze plek. We reizen een tijdje mee, in een jaar 940 miljoen kilometer door die onmetelijke ruimte. In dat jaar twaalf keer de cyclus van de maan. Een voortdurende cyclus van schepping, teloorgang, herschepping en verlossing. Daarin is onze plek, die cyclus gebeurt ook aan ons.

In alle navelstaarderij waarin we kunnen belanden tijdens Elul, als we onze nieren en ons hart beproeven, trekt Rosj Hasjana ons in een ander perspectief van wie wij zijn: nietig en klein, voortdeinend in het grotere en complexe geheel. Mijn leven gaat helemaal niet over mij. De tijd gaat zijn gang met ons. Meestal verliezen we dit perspectief uit het oog. Worden we opgeslokt door dagelijkse beslommeringen, onzekerheden, bezorgheden over de toekomst. De Eeuwige wil ons daar bovenuit tillen met een zachte stem: ‘Kijk, dit heb Ik tot leven gewekt, omdat Ik dat wilde. En kijk, hier heb Ik zelfs een plek voor jou, om te leven en te genieten en om net als Ik tot leven te wekken, zorg te geven aan dat wat zorg nodig heeft. Doe je met Mij mee, ook het komende jaar?’

Rosj Hasjana is het nieuwe begin dat de Eeuwige ons geeft. Onvoorwaardelijk, vanuit volle liefde. Maar wel met een vraag aan jou en mij: wil je je (opnieuw en ongeacht wat er in het verleden is gebeurd) toewijden aan dat grotere geheel dat in Zijn handen ligt? Wil je waarmaken wat de Eeuwige in jou heeft gelegd aan potentie om samen zorg te dragen voor wat van de Eeuwige is? Bij Rosj Hasjana gaat het om de WIL (en niet om het (mis)lukken of slagen) waaruit wij willen leven, zoals de Eeuwige vanuit een wilsbesluit tot schepping kwam. Die WIL voor, die gerichtheid op de toekomst, is groter en belangrijker dan de terugblik op waartoe die wil heeft geleid in ons verleden. Omdat bij de Eeuwige een nieuw begin altijd mogelijk is en het verleden geen eeuwigdurende greep op je leven houden kan.



Elul (I)

Beschouwing Posted on Wed, August 11, 2021 20:17:17

De laatste maand van het joodse kalenderjaar is deze week begonnen. Deze maand heet: Elul. Joodse bronnen vanaf de 14e eeuw vertellen dat de naam van deze maand een acronym is van het derde vers uit Hooglied 6:

‘Ani l’dodi v’dodi li’

‘Ik ben van mijn Liefste en mijn Liefste is van mij’

Hooglied 6:3

Dit vers is favoriet als tekst in een huwelijksdienst. Het drukt de wederzijdse liefde uit. In de laatste maand van het jaar, ter voorbereiding op het aanbreken van het nieuwe jaar, vragen Joden zich af: hoe is het gesteld met mijn hart, met mijn liefde voor de Eeuwige? Deze maand staat in het teken van zelfonderzoek. Je nieren en je hart beproeven, zo zou Jeremia het gezegd kunnen hebben, zoals de Eeuwige dat ook doet (Jer. 17:10).

Je nieren, dat zijn de schoonmaakorganen in je lijf. Ze voeren afvalstoffen af. Als die niet goed functioneren, vergiftigt het lichaam zichzelf en is de dood nabij. Je hart pompt bloed, zuurstof en voedingsstoffen door het hele lichaam, naar elk orgaan, zodat het gehele lichaam goed en gezond in leven blijft. Hart en nieren zijn beiden cruciaal om te kunnen functioneren. We hebben maar één hart, en twee nieren. Er valt misschien wel meer op te ruimen?

In spiritueel opzicht zou je kunnen zeggen dat je nieren en je hart beproeven betekent dat je een innerlijke schoonmaak doet. Opruimen wat afval is en weg moet. Je laten doorstromen, elk levensgebied, met het leven dat, de liefde die de Eeuwige geven wil. Want liefde begint bij de Eeuwige. Door die liefde kunnen we weten: wij zijn de door de Eeuwige geliefden. En ik? Hoe is mijn leven zichtbaar dat ik die Geliefde ben? Hoe beantwoord ik deze liefde door de Eeuwige ‘terug’ lief te hebben? Wat staat mij in de weg om de Eeuwige lief te hebben en hoe kan ik dat ‘opruimen’?

Elul is de tijd om dichterbij de Eeuwige te komen. Het leidt uiteindelijk tot het begin van een nieuw jaar en Grote Verzoendag – de dag waarop je verschijnt voor de deur van God en genade vindt om geschreven te worden in het boek van de Levenden.

De Eeuwige kan zich niet van ons afscheiden, zegt Rashi (rabbi Solomon ben Isaac, 11e eeuw). Hoeveel je ook met de Eeuwige vecht, hoe boos je ook kunt zijn, de Eeuwige kan zich niet van jou afscheiden. Dat kan ons moed, vertrouwen en geloof geven. Ruimte om te groeien, te falen, én weer terug te keren. Joden oefenen in deze laatste maand in/omkeer en genade, elk jaar opnieuw. Werkelijke genade is niet de liefde die wij voor de Eeuwige kunnen hebben om wat de Eeuwige voor ons doet. Net zo min hangt Gods liefde voor ons niet af van wat we wel of niet doen. Gods liefde is er, omdat de Eeuwige – vanuit zijn wezen – niet anders kan. De werkelijke genade is dat wij de Eeuwige kunnen kennen en liefhebben – punt.

(wordt vervolgd)



« PreviousNext »