In de joodse mystiek ligt veel nadruk op de mens geschapen ‘in het beeld van God’. Dat wil zeggen dat Gods blauwdruk, de goddelijke eigenschappen, in de menselijke structuur van lichaam en ziel besloten ligt. Het navolgen van God betekent ‘achter zijn eigenschappen aangaan’ (Rabbi Bar Chama, Sota 14a.). Groeien in het beeld van God als een dienaar. Maar wat zijn dan die eigenschappen? Eerst zul je de eigenschappen moeten leren kennen, de Eeuwige leren kennen, voordat je ze in jezelf kunt gaan herkennen en aanmoedigen. Op basis van een gebed van koning David komen we zes van deze eigenschappen op het spoor:

‘Van U is de grootheid en de macht en de schoonheid en de volharding en de glorie en het koninkrijk’.

I Kron. 29:11

In de Sefer Bahir (een anoniem joods-mystiek geschift uit de eerste eeuw) is dit aantal uitgebreid naar tien sefirot (‘lichten’). God vervult de wereld met deze sefirot en is op die manier in de wereld aanwezig.

De gedachtenwereld van deze oude, joods-mystieke wijsheid is rijk, interessant en leerzaam. Zeker als je bedenkt dat deze wijsheid al bekend was midden in het ontstaan van het christelijk geloof als aanvankelijke ‘tak’ binnen het jodendom. Zo zijn er mensen die menen dat er veel meer van deze wijsheid in de evangeliën besloten ligt dan dat wij op het eerste oog kunnen lezen[1].  

Ik ga proberen over yirah iets van wat leerzaam is uit te leggen als vervolg op mijn vorige blog en aan de hand van een afbeelding van de sefirotboom.

Uit : Mozes Cordovero, Dadelpalmboom van Debora

Het Goddelijke Licht, God Zelf, stroomt als vanuit een bron via Kéter langs de andere ‘lichten’ naar beneden. Zes van deze lichten staan op gelijke hoogte: Bina en Chochma, Gevoera en Chèsed, Hod en Nètsach. Het gaat me nu om de middelste twee: Gevoera, Gestrengheid, aan de uiterst rechterzijde en Chèsed, Liefde, aan de uiterst linkerzijde. Gevoera is het vuur van het oordeel dat ons yirah, vrees, laat ervaren. Chèsed is als het water waarmee dat vuur gedoofd wordt en genade plaats kan vinden. Als God Zelf via de voorgaande ‘lichten’ naar beneden stroomt, dan is er éérst de Liefde en daarna het Oordeel. Vanuit Liefde ziet God de mens die wij zouden kunnen worden en het oordeel staat in het teken van die messiaanse mens die we zouden kunnen zijn. Die messiaanse mens zien wij zelf nog niet, maar God al wel.

Abraham is het rolmodel voor chèsed. Hij werd gedreven door liefde, liefde voor God en liefde voor de mensen. Isaak is het rolmodel voor Gevoera. Als kleine jongen leerde hij wat het betekent om een offer te brengen. Sterker nog: om zelf het offer te zijn. Over angst en vrees gesproken! Jakob is het rolmodel voor Tifèret, Schoonheid. Dit licht staat tussen Gevoera en Chèsed in. Het gaat om harmonie, om erbarmen en om waarheid. Jakob leerde (als een innerlijke groei die door de generaties heen gaat) de balans te vinden tussen Gevoera (zijn vader) en Chèsed (zijn opa), midden in die nacht dat hij een gevecht moest leveren. Dat gevecht ging hij in met angst en vrees. Hij kwam er gehavend uit. Maar ook veranderd: waar hij eerst de zegen van Esau ‘afgepakt’ had, wil hij nu die zegen teruggeven. Waar hij eerst geprobeerd had boven Esau te staan alsof hij de eerstgeborene was, spreekt hij nu zijn broer aan met ‘mijn heer’ en zichzelf als ‘dienaar’.

Jakob leert in het gevecht dat er iets vóóraf gaat aan zijn angst en vrees, namelijk Liefde. Liefde die leidt naar de existentiële waarheid over wie hij is. Hij is niet Esau, al heeft hij dat zijn hele leven gewenst en geprobeerd. Hij is niet zijn angst. Hij is Jakob, een aangevochten mens. Een mens die het gevecht, zijn levensstrijd, niet loslaat voordat er een zegen, heelheid, uit voort kan komen. Door het gevecht, door de crisis in zijn leven, wil hij ontdekken wie hij is en wie hij kan zijn. En zo eindigt het:

“En Jakob kwam als een heel mens aan”.

Genesis 33:18. Veel vertalingen schrijven: ‘Jakob kwam behouden aan’. Veilig wordt ook wel genoemd. Vanuit Hebreeuws is ‘heel(huids)’ een aannemelijke vertaling.

Voor de rest van zijn leven aangedaan, een litteken, maar toch heel.

Yirah, angst, heeft liefde nodig. Niet als een zachte teddybeer waar je tegen aan kunt leunen. Maar liefde die uit jou de mens beitelen kan die in jou verstopt zit. En ja, dat is soms zwoegen, vechten, bang en eenzaam zijn, pijn, ‘aangedaan worden’ – zoals bij Jakob. Maar er is een mens in jou, met goddelijke eigenschappen.

En gek genoeg is het andersom ook waar: liefde heeft angst/vrees/ontzag nodig. In mijn joodse les over yirah werd rabbi Aryeh Wolbe aangehaald die gezegd heeft:

“Fear without love : little you have

Love without fear : nothing you have

Aryeh Wolbe

Mystiek denken is soms vreemd denken. Het heeft een diepte waardoor je wat langer moet graven om te zien dat ook dat waar is. Want, zo zou Abraham Joshua Heschel het zeggen, pas nadat we het hart van een woord hebben bereikt, krijgen we oog voor de rijkdommen in onze ziel.


[1] Lees bijvoorbeeld Karel Tuk hierover Samenhang gelijkenissen uit het bijbelboek Lucas (oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl))