‘Laat er zijn…’, met die woorden gaf de Eeuwige ruimte aan alles om te zijn. In het Hebreeuws staat er ‘Yehi’. Ik moest er aan denken toen ik gisteren mijn manuscript, afgerond in december 2022, in écht boekvorm van uitgeverij Boekscout terug ontving. Daar is het – een boek, míjn boek.

De woorden die de Eeuwige spreekt aan het begin van de schepping, karakteriseren het Joodse geloof in de toekomst. De toekomst ligt open. Leven is tevoorschijn laten komen van dat wat nog niet was. In alles is die openheid naar de toekomst, het vooruitzien naar wat nog niet is, in het Jodendom merkbaar. De naam van de Eeuwige bijvoorbeeld: Ik zal zijn die ik zijn zal. Merk op dat niet duidelijk is ‘hoe’ de Eeuwige zal zijn. We kunnen de Eeuwige niet in een vorm gieten die altijd en overal herkenbaar en voorspelbaar is. Er is ruimte voor verrassing, voor toekomst, voor het ongeziene. Strek je, in het vertrouwen op de nabijheid van ‘Ik zal zijn’, uit naar de toekomst, beweeg de toekomst in – dat is wat onze roeping is.

“En nu nog met jou erbij of alleen jou” – appte een vriendin mij toen ik deelde dat ik de eerst geprinte versie van mijn boek in handen had. Ik deelde een foto waar ik zelf niet op stond. Ze daagde me uit om te gaan “staan” voor mijn eigen werk. Zichtbaar worden. Dat is niet de fase waar ik het meest naar uitgekeken heb, toen ik aan het schrijven was. Misschien heb ik ook nooit echt werkelijk geloofd dat die fase er ooit zou komen. Maar de toekomst is open en nodigt ons steeds weer uit om vanuit het verleden ánders te gaan leven. Nieuwe stappen te zetten. Nieuwe dingen de gelegenheid geven er te laten zijn. En dan – samen met anderen – vertrouwend zien dat de toekomst die voor ons uit gaat en waar wij in mogen stappen tov is omdat de Eeuwige altijd voor ons uitgaat: Ik zal zijn.