Wekelijks schrijven in de maand Elul is mij niet gelukt. Deze maand stond voor mij in het teken van het verlaten van een vertrouwde plek om voor nog onbepaalde tijd op een stille, kleine (47m2!) plek in het bos te gaan wonen. Het was een soms moeilijk selectieproces: welke spullen wil ik absoluut bij me houden? En van welke spullen kan ik definitief afscheid nemen of voor dezelfde onbepaalde tijd in de opslag bewaren? Vooral met boeken was dit niet een makkelijke opgave. Op een dieper niveau heb ik ook het een en ander nog steeds te overwinnen. De zekerheid van een vast woonadres opgeven, de onzekerheid over de tijd die het gaat duren, knaagt aan een gebrek aan basisvertrouwen, aan levensvertrouwen dat ik altijd ergens met mij meedraag. Zo ging deze maand zijn eigen weg met mij.

En nu begint in de joodse kalender het nieuwe jaar. Rosj Hasjana. Het beproeven van de nieren en het hart is nog niet afgelopen – die afronding is er pas op Jom Kippoer, Grote Verzoendag. Die dag valt in de joodse kalender tien dagen later dan Rosj Hasjana. Eerst mogen we weten dat we altijd aan iets nieuws mogen beginnen. De Eeuwige geeft ons een nieuw begin – alvorens over ons verleden, onze misstappen, gemiste kansen, spijt, maar ook onze prestaties, te oordelen. Dat is liefde, dat is barmhartigheid.

Tijdens Rosj Hasjana worden geboorteverhalen gelezen in de synagoge. Het geboorteverhaal van Isaak en het geboorteverhaal van Samuël. Beide moeders, Sara en Hannah, waren op hoge leeftijd. Dusdanig, dat de verwachting, de hoop om nog moeder te worden er bijna niet meer was. Sara moest (spottend?) lachen om de belofte en Hanna bleef volhardend bidden voor een zoon. Voor beide vrouwen werd de toekomst anders dan verwacht, er bleek verandering, een nieuw begin mogelijk.

Marc Chagall

Rosj Hasjana is het vieren van het allereerste begin. De planeet aarde die, in volstrekte duisternis, door de Eeuwige uitgekozen wordt als een plek waar leven moet zijn. Waar een begin moet komen, waar ruimte moet komen voor licht, voor bossen, water, bloemen, vogels, dieren, mensen – alles wat alleen kan leven van dat licht en de adem die de Eeuwige geeft. Het is het wilsbesluit van de Eeuwige dat alles leeft, dat jij en ik bestaan, voor een tijd op deze plek. We reizen een tijdje mee, in een jaar 940 miljoen kilometer door die onmetelijke ruimte. In dat jaar twaalf keer de cyclus van de maan. Een voortdurende cyclus van schepping, teloorgang, herschepping en verlossing. Daarin is onze plek, die cyclus gebeurt ook aan ons.

In alle navelstaarderij waarin we kunnen belanden tijdens Elul, als we onze nieren en ons hart beproeven, trekt Rosj Hasjana ons in een ander perspectief van wie wij zijn: nietig en klein, voortdeinend in het grotere en complexe geheel. Mijn leven gaat helemaal niet over mij. De tijd gaat zijn gang met ons. Meestal verliezen we dit perspectief uit het oog. Worden we opgeslokt door dagelijkse beslommeringen, onzekerheden, bezorgheden over de toekomst. De Eeuwige wil ons daar bovenuit tillen met een zachte stem: ‘Kijk, dit heb Ik tot leven gewekt, omdat Ik dat wilde. En kijk, hier heb Ik zelfs een plek voor jou, om te leven en te genieten en om net als Ik tot leven te wekken, zorg te geven aan dat wat zorg nodig heeft. Doe je met Mij mee, ook het komende jaar?’

Rosj Hasjana is het nieuwe begin dat de Eeuwige ons geeft. Onvoorwaardelijk, vanuit volle liefde. Maar wel met een vraag aan jou en mij: wil je je (opnieuw en ongeacht wat er in het verleden is gebeurd) toewijden aan dat grotere geheel dat in Zijn handen ligt? Wil je waarmaken wat de Eeuwige in jou heeft gelegd aan potentie om samen zorg te dragen voor wat van de Eeuwige is? Bij Rosj Hasjana gaat het om de WIL (en niet om het (mis)lukken of slagen) waaruit wij willen leven, zoals de Eeuwige vanuit een wilsbesluit tot schepping kwam. Die WIL voor, die gerichtheid op de toekomst, is groter en belangrijker dan de terugblik op waartoe die wil heeft geleid in ons verleden. Omdat bij de Eeuwige een nieuw begin altijd mogelijk is en het verleden geen eeuwigdurende greep op je leven houden kan.