Blog Image

Aan de dag beginnen

Beschouwing Posted on Fri, February 17, 2023 11:14:11

De Talmoed schrijft voor dat wanneer wij wakker worden in de ochtend we een zegenspreuk behoren uit te spreken bij elke beweging die we maken. Dat begint bij het openen van onze ogen:

“Gezegend bent U, Oneindig Aanwezige, Koning van het heelal, die opent de ogen van de blinden”

Daarna volgt ook een zegenspreuk bij het neerzetten van onze voeten op de grond. Of het aandoen van onze kleding. Zegenspreuken die helpen ons bewustzijn vanaf het eerste moment van de dag te richten, ons te oriënteren op de Bron van Leven. Alle bewegingen die we maken, maken we dankzij die Bron. Het is een uitnodiging om ze ook bewust te maken vanuit die Bron. Dank te zeggen voor de grond die de Aanwezige onder onze voeten geeft om ons te dragen en te aarden. Dank te zeggen voor de zorgzaamheid van de Aanwezige, die Adam en Eva kleren gaf toen zij naakt waren. Zo worden we wakker in ons lichaam.

Het begint bij het openen van de ogen. Als je de dankzegging goed leest gaat het niet puur om de fysieke beweging van het omhoog gaan van de oogleden. Nee, het gaat om blind-zijn en ogen die dan door de Aanwezige geopend worden.

Als ik daar niet bewust voor dank, zou ik de hele dag blind door het leven gaan. Mooi is dat, hoe in het jodendom soms de dankzegging vooraf gaat aan de werkelijkheid. Het is de dankzegging zélf die de werkelijkheid mee helpt vormen. Vanaf het moment dat ik wakker word, kan ik in allerlei rollen en de daarbij horende verplichtingen schieten. Inge – de hondenbaas, die er snel uit moet om Lewis uit te laten (wat ik overigens heerlijk vindt juist vanwege de ochtendstilte, een stilte die de rest van de dag niet meer op die manier te ervaren is). Inge – de NAH begeleider, die over twee uur bij haar eerste client moet zijn. Inge – de partner, die een lekker bordje havermout voor haar geliefde klaar maakt. Dat laatste is overigens geen ‘moeten’ maar ‘willen’. 😉

Hoe begin je je dag? Stort je je direct op het nieuws? Check je je mobiel om te kijken wat je gemist hebt of wie er aan je dacht? Wat laat je als eerste bij je binnenkomen? En heb je ooit gemerkt dat dat effect kan hebben hoe je de rest van de dag ervaart?

Als we ons niet beseffen, als we niet wéten, dat de Aanwezige onze ogen opent, lopen we het gevaar de hele dag blind te blijven. Blind om bijvoorbeeld in het moment te onderkennen wat wezenlijk van belang is. Dan kunnen we verblindt en misleidt worden door mensen en hun bedoelingen, door ons eigen bange en soms kwade hart. We kunnen te snel en te vlug door het leven gaan, gericht op méér winst, op betere prestaties, waardoor we verblindt raken voor onze ware roeping en bestemming. Opmerkingen en meningen van anderen, oordelen over wie we zijn of ons gedrag, kritiek: het kan ons blind maken voor de werkelijkheid waarmee je de dag mag beginnen. Die werkelijkheid is dat de Aanwezige de Bron is, die in de stilte samen met jou aan de dag begon en je wil leiden naar licht. Die je geroepen heeft om als medeschepper vorm te geven aan Zijn wereld van vrede en barmhartigheid, van Aanwezigheid.

Zoals met de woorden van de profeet Jesaja in de Naardense Vertaling:

“Zo heeft gezegd, de Godheid, de Ene, die de hemelen schiep en ze uitspande,

de aarde uithamerde en al wat uit haar ontspruit,-

adem geeft aan de gemeenschap daarop en geest aan wie over haar voortgaan:

ik, de Ene, heb je met recht-en-reden geroepen;

en bij je hand gevat;

ik zal je behoeden,

je bestemmen,

tot een verbond met de gemeenschap, een licht voor de volkeren.

Om ogen van blinden te openen,

om wie geboeid is uit de kerker te leiden,

uit het gevanghuis wie neerzitten in het donker”

Jesaja 42:5-7

Profetische woorden voor de gemeenschap, in het bijzonder voor Israël, maar ik als onderdeel van die gemeenschap mag ze zó toe-eigenen alsof ze tot míj gesproken worden. De Ene, de Bron, roept ons. Niet om het werk alleen te doen, maar sámen. Welk werk? Om de dankzegging die je maakt in de ochtend te belichamen gedurende de dag. Een licht zijn, ogen van blinden openen, altijd aanwezig om anderen te bevrijden waar ze klem en gevangen zitten. Blind zijn en klem zitten horen bij elkaar. Het gaat er om dat we anderen meenemen in het bewustzijn dat de Ene, de Oneindig Aanwezige, de ogen opent als we blind zijn. We worden geroepen om daar waar het nodig is de ogen van de blinden te zijn. Alleen als we wakker en aanwezig zijn in ons lichaam, kunnen we voelen waar dat licht en die compassie nodig is.

Zoals Abraham Soetendorp. Donderdag werd hij 80. Onlangs schreef hij een nieuw boek en ik kon online al een stuk uit dit boek lezen. Hij zegt:

“Het enige wat ik heb willen doen, is dichter bij komen in de duisternis. In de uitwisseling, in de nabijheid, ligt troost, voor beide partijen. Ik heb in mijn leven en zeker als pastoraal werker geprobeerd om op momenten dat de ander overweldigd of verscheurd was samen te worstelen. Naar buiten, naar boven. Om er te zijn, gewoon te zijn. Soms in stilte, soms hand in hand, helemaal niet met grote of kleine woorden, en dan samen te proberen de uitgang te vinden”.

lees hier meer


Tu B’shvat, nieuwjaar voor de bomen!

Beschouwing Posted on Sun, February 05, 2023 14:29:00

Nu ik vorige week over bomen schreef, kan ik niet nalaten deze week aandacht te besteden aan een veel minder bekend joods feest. Vanavond en morgen is het Tu Bishvat, het nieuwjaar van de bomen. Vanochtend liep ik daarom een mooie lange 9,5 km wandeling door het Amerongse bos.

Het feest van de verjaardag van de bomen heeft te maken met voorschriften in de Tora. Zo staat er in Leviticus 19 het verbod om het fruit te eten van bomen in de eerste drie jaar nadat ze geplant zijn. In hetzelfde hoofdstuk staat dat de vruchten uit het vierde jaar van de boom naar de tempel gebracht moeten worden. Maar hoe weet je precies of een boom in zijn tweede of derde jaar is? Het nieuwjaar van de bomen is een manier om de jaren te tellen. Het is een dag waarop in Israël bomen geplant worden. Maar in bredere zin is het een dag geworden van meer bewustzijn op aarde en ecologie en op de mens in dienst van God om voor de aarde te zorgen. Sinds de middeleeuwen gaven de joodse mystici een spirituele betekenis aan Tu Bishvat. Er worden tijdens dit feest vruchten gegeten met een harde buitenkant en een zachte binnenkant (bv de kokosnoot), vruchten met een zachte buitenkant en helemaal eetbaar zijn (bv bessen) en vruchten die zacht zijn met een pit in het midden (bv olijven en dadels). Deze vruchten staan symbool voor hoe we het leven kunnen ervaren en dienen als spiegel: wat ziet er van de buitenkant er makkelijk en soepel uit, maar draagt een harde, moeilijke kern in zich? En wat verschijnt aan je als hard en moeilijk, om te ontdekken dat er daarna een ervaring van zachtheid is? Wat is hard in onszelf en vraagt om zachtheid?

Terwijl ik door het Amerongse bos liep, hoorde ik de bomen meedeinen op de wind. Her en der brak een dorre tak af. Wortels van bomen liepen dwars over de paden. Anders dan de bomen in het midden-oosten waarvan de wortels juist de diepte in moeten groeien, groeien de wortels van bomen in West-Europa oppervlakkiger. De Duitse boswachter Peter Wolhleben schreef een boek: ‘Het verborgen leven van bomen’. In 2019 is er een boeiende documentaire over gemaakt. Hij wil de bijzondere geheimen van bomen met ons delen. Bomen die voor hun nageslacht zorgen, maar ook voor de oude en zieke buren. Onderzoekers hebben aangetoond dat bomen een hartslag hebben per 2 á 6 uur. Via de hartslag wordt het water omhoog gepompt naar de kruin. De ecologe Suzanne Simard legt in haar boek ‘Op zoek naar de moederboom’ goed uit hoe dat werkt. Jarenlang heeft zij studie gemaakt van bosgemeenschappen. Zij vergelijkt het onderaardse wortelstelsel van bomen met het menselijk brein. Via een web van draden, synapsen en knopen wordt informatie doorgegeven tussen de bomen. Zo is er onder de grond een web van wederzijdse afhankelijkheid, een web waardoor bomen kunnen waarnemen, zich aan elkaar verbinden. De grootste, oudste bomen spelen daarin de belangrijkste rol. Zij zijn als het ware de bron, fungeren als de hoekstenen van het hele dradenstelsel. De oude bomen steunen de jongeren en voorzien ze van water en voeding. Suzanne Simard schrijft daarom dat deze oude bomen een moederrol vervullen. Als ze sterven, geven ze hun wijsheid door aan hun nakomelingen, kennis over wat helpend is en wat schadelijk, wie vriend is en wie vijand, hoe ze zich moeten aanpassen aan en moeten overleven in een landschap dat steeds veranderd. De belangrijkste boom in de bomengemeenschap is de moederboom. Je kunt de moederboom herkennen. De ouderdom is van de moederboom af te lezen: ze zijn groot, nemen veel ruimte in, de stam en takken laten ‘rimpels’ zien. Door de uitgestrekte kruin die ze hebben kunnen ze schaduw bieden aan de jongere bomen, ze beschermen tegen harde wind.

De bomen in onze bossen groeien, bloeien en overleven niet individueel. Ze groeien, bloeien en overleven omdat ze deel uitmaken van een gemeenschap. Omdat wortels verbonden zijn en via deze wortels verbinding, voeding en communicatie mogelijk is. De bosgemeenschap biedt bescherming. 

Moeten wíj de bomen redden? Ja. De kennis die Peter Wolhleben en Suzanne Simard met ons willen delen nodigen ons uit vol eerbied en verwondering door het bos te lopen. Of om in een boom te klimmen om je protest tegen de houtkap duidelijk te maken.

Moeten de bomen ons redden? Ja. Door de kennis met ons te delen dat gemeenschap boven individu gaat. Dat het nodig is ons te laten voeden door verbondenheid om te groeien en bloeien. En op zijn tijd door te geven wat we ontvangen hebben. Bomen kunnen ons nederigheid leren, onze plek in het geheel. Zoals Matthijs de Jong deze week in een artikel op Nieuwwij.nl benadrukt dat de mens niet de kroon op de schepping is (lees zijn artikel hier). Hij wijst er op dat de Hebreeuwse tekst van Genesis 1 niet stopt na de beschrijving van de zesde dag (zoals in onze tekst Genesis 2 begint met de sabbat). In de Hebreeuwse tekst eindigt de tekst bij de sabbat (dus de eerste vier verzen van Genesis 2 horen in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst bij hoofdstuk 1). Het verhaal van de schepping laat zich dan niet lezen als een verhaal dat uitloopt op de climax, de schepping van de mens. In plaats daarvan loopt het verhaal van de schepping uit op de rustdag van God. Rust over het geheel dat in een samenlevingsverband door de Eeuwige geschapen is. De mens naast de planten, bomen, dieren. Die aarde hebben wij door God in handen gekregen om de sabbat te vieren, als zegen over alles wat leeft.

Shana Tova, Tu B’shvat!



Taart, feest en alcohol

Beschouwing Posted on Sun, January 22, 2023 15:32:48

“Liever te dik in de kist, dan een feestje gemist” – een tijd geleden hoorde ik dit voor het eerst door mijn auto schallen tijdens het rijden. Starend over de lange weg van Wijk naar de A12 duurde het even voordat ik me afvroeg: ‘waar luister ik eigenlijk naar?’ Het zou op dat moment nog wel even duren voordat het Carnaval zou worden. Met een ferme slag draaide ik de volumeknop uit.

Van de week keek ik naar Op1 en zag daar aan tafel de zanger van het liedje zitten. Eerder werd hij bekend met het liedje waarin klinkt: ‘Atje (ICB: het snel achterover klokken van drank) voor de sfeer’. Het gesprek ging over twee opmerkingen in de media, de eerste ging over het trakteren op taart op je werk en het tweede ging over Canada waar men adviseert om niet meer dan twee glazen alcohol per week te drinken. Het gesprek werd een beetje gevoerd in de sfeer van ‘wát mogen we nou nog eigenlijk wél?’ Een sfeer die steeds sneller opgeroepen lijkt te worden als het gaat over opmerkingen die gemaakt worden uit zorg over welvaartsziekten, de uitwerking van langdurig en veel suiker en alcohol op ons lichaam.

René, zo heet de zanger, vertelde dat er iemand was die een proces wilde aanspannen om dit liedje, maar er toch van afzag. Dat vond hij jammer, hij had wel zin in een gesprek want, zo leek hij te zeggen, deze tekst gaat over kwaliteit van leven. Waar het om gaat in het leven is gezelligheid, leven met volle teugen, genieten tot in het maximale.

Ja, zo’n gesprek lijkt mij ook wel zinnig want het is natuurlijk niet waar. Hoe arm is je leven, als het alleen gaat om de mate van je plezier, als je leeft van feest naar feest en als je denkt dat eten en alcohol het feestje maken. Het gesprek bij Op1 sprak me denk ik aan, omdat ik steeds vaker die zeur ben, die als iedereen een glaasje wijn inschenkt, een komboucha (gefermenteerde thee) neem. Helaas, de kennis over (de kwetsbaarheid van) het brein die ik nodig heb in mijn werk heeft me kritisch gemaakt op alles wat we in ons lijf stoppen. Ik ben voeding en het lijf meer als een geheel gaan zien. Wat je eet, werkt uit in je lijf. Als de bijbel ons lichaam vergelijkt met een tempel, hoe breng ik dan ‘eer’ aan de Gever en Ontwerper van die tempel?  

Datzelfde geldt voor wat je hoort, waar je naar luistert. Woorden van buiten die je binnen laat komen, werken uit in je geest. Waar wil jij je mee voeden? Mag, durf, je daar kritisch op te zijn? En een stap verder: mag een ánder daar voor jou kritisch op zijn?

We houden niet meer zo van kritiek, we voelen ons al snel ‘berispt’. Leef je eigen leven, ik bepaal zelf wel wat ik doe, dit is mijn mening – reacties die vaak te horen zijn maar als je goed luistert dan hoor je dat ze afstand creëren. Natuurlijk hangt het van de context af, maar berispingen, terechtwijzingen, kunnen met name de intentie hebben om het contact te zoeken en vast te houden. Ze kunnen uitdrukken: ik zie je, ik hoor je, ik maak me zorgen om je, ik geef om je.

Natuurlijk, in eerste instantie voelt het veel fijner als iemand zegt ‘moet je lekker doen, lekker zelf weten, leef je eigen leven’. Een berisping voelt uitermate onaangenaam. Mogelijk is onze eerste reactie: ‘waar bemoei je je mee?!’ Natuurlijk is het veel fijner en makkelijker om ons te richten op dat wat goed voelt, de liedjes die lekker klinken, de feestjes waar je even niet hoeft te denken aan je zorgen of de zorgen in de wereld.

Dat een berisping de relatie op het oog heeft, is in het Hebreeuws goed te horen. De wortel van het woord betekent ook zoiets als ‘het vasthouden van vloeistof, voorkomen/stoppen dat iets wegvloeit’. Berispen is het uitoefenen van je ‘nee’, stop zeggen, begrenzen. Misschien wel proberen te voorkomen dat de ziel uit die ander wegvloeit.

In psalm 80:17 wordt het woord voor ‘berispen’ gekoppeld aan het aangezicht van God. Dit vers wil zeggen dat als God de mens berispt Hij zijn gezicht naar de mens toegewend heeft. De eeuwige kijkt je aan. Dat is wat liefde uitdrukt, de relatie is belangrijk voor God en juist daarom is er ruimte voor die berisping.

In psalm 18:16 wordt de wortel van dit woord (berispen, terechtwijzen) gekoppeld aan de adem, de ziel, van God. Als God een mens berispt, dan legt hij zijn adem, zijn ziel, op de mens. Dat is heel intiem, heel dichtbij, zó dichtbij dat je de adem van God voelt. Het is niet koud en kil, niet liefdeloos, maar juist vol liefde. Het is alsof God Zelf wil voorkomen dat de ziel van de mens door bepaald gedrag wegvloeit. In plaats daarvan wil Hij je nieuwe levensadem geven, als een beademing.

Vanuit deze joodse achtergrond, de betekenis vanuit het Hebreeuws, zouden we op een andere manier met elkaar in gesprek kunnen gaan. Op een andere manier ons kunnen verhouden naar mensen die ons gedrag kritisch bevragen. Minder defensief (‘mag ik dit nu ook al niet?!’), minder vijandig, minder angstig dat we al onze lusten hoeven op te geven. Meer open om te zoeken naar diepere waarheden voor ons lichaam en onze ziel: wat is heilzaam? Wat is waardevol? Wat heb ik nodig om ‘feest’ te ervaren? Hoe draag ik op goede manier zorg voor mijn lichaam, mijn geest, de mensen om mij heen die van mij houden? Eerlijk naar onszelf: ben ik me aan het vermaken, steeds op zoek naar een nieuw plezier? Luister ik liever naar liedjes om te vergeten, of durf ik mijn gedrag om te laten vormen zodat ik een bron van zegen kan worden voor de ander, voor mezelf, en voor God? En uiteindelijk: als ik in die kist beland, wat hebben mensen dan aan mijn gedrag gezien van wat ik zó belangrijk en van waarde vond in het leven dat ik daar mijn kostbare tijd aan gegeven heb?

Het is beter te luisteren naar de bestraffing van een wijze

dan dat iemand luistert naar het lied van dwazen.

Prediker 7:5



2022-2023

Beschouwing Posted on Sat, December 31, 2022 15:47:17

De laatste dag van 2022. Op de drempel van 2023. Een jaar geleden sloot ik dit blog met het voornemen om de tijd en rust van dit jaar te gebruiken om structureel te schrijven aan iets wat misschien een vastere vorm kan krijgen. Het jaar begon echter verre van rustig. De ontwrichting die een suicide in de familie geeft, maakte dat ik niet bij de woorden kon komen om de draad van het schrijven op te pakken.

Iemand zette me op een gegeven moment weer op het spoor. Moedigde me aan en in gesprek ontstond ook een betere opzet waar ik mee vooruit kon. Vanaf de zomer ben ik alsnog stevig en consequent gaan schrijven waardoor het me gelukt is. Het is een geheel worden. Een boek over verwond en toch verbonden zijn. Dat gaat niet vanzelf. Maar er zijn hulpbronnen en veelal zijn die bronnen door mij in de Bijbel gevonden. Die bronnen wil ik graag doorgeven. Voor mensen die door onveiligheid verwond zijn en zoekend zijn in het leven hoe je je dan opnieuw kunt leren verbinden.

Of het lezenswaardig is? Dat zal moeten blijken. Allereerst door enkele lezers die ik uitnodig om er een eerste blik op te werpen en mij van feedback te voorzien. Het is spannend om het uit handen te geven. Een nieuwe stap in 2023.

Voor Rosj Hasjana, het joods nieuwjaar, schreef Jonathan Sacks ooit tien levengevende principes. Vier van die tien deel ik graag met je:

  • Geef dank : dank voor het leven, bijvoorbeeld in je gebed. Het zal je helpen op te merken wat je anders als vanzelfsprekend ervaren zou hebben. Het zal je helpen te zien dat je omgeven bent met zegeningen. Alles wat moeilijk voor ons is, ons zorgen geeft of onzeker maakt – het kan wachten als we danken.
  • Vergeef : emotionele energie is te kostbaar om te verspillen aan negatieve emoties. Wie vergeeft gaat lichter door het leven, bevrijd van de last van gevoelens die niemand goed doen.
  • Creëer momenten van vreugde : het kan zo simpel zijn als een wandeling op de eerste lentedag. Of iemand onverwacht een compliment geven. Vreugde is niet hetzelfde als geluk. Geluk hangt vaak af van externe omstandigheden. Maar zelfs al zijn de omstandigheden verre van gelukkig, toch kun je vreugde ervaren. Sacks zegt: ‘Zoals zonneschijn de wolken doordringt, bevrijdt vreugde de geest en verbreekt het de greep van verdriet’; ‘Vreugde betekent je ziel openen voor de uitstraling van het leven, weigeren je gevoel van verwondering door ouderdom of tijd te laten afstompen’.
  • Heb lief : liefde, zo zegt Sacks, is de alchemie die het leven verandert van metaal in goud. Die onze dagen etst met de uitstraling van de goddelijke aanwezigheid. Waar liefde is, daar is God. Want als we van anderen houden, stroomt Gods liefde door ons heen. Om te leven moet je leren lief te hebben.

Dat 2023 vol zegen zal zijn om ons te oefenen in deze principes!



2022

Beschouwing Posted on Wed, December 29, 2021 19:40:12

Het afgelopen jaar heb ik met grote regelmaat geschreven op dit blog. Een fijn middel om wat ik lees en bestudeer aan anderen door te geven, vooral nu ik niet meer werkzaam ben als docent. Soms kreeg ik zomaar een mail van iemand die ik niet ken, die er iets aan heeft. Mijn laatste serie, over de gebroken tafelen, laat ik onafgerond omdat iets anders de afgelopen maanden bij mij in gang werd gezet.

Het einde van 2021 nadert nu. De tijd die voorbij gaat kun je maar één keer ‘vastpakken’. In alles wat we door de tijd heen meemaken, de keuzes die we maken of voor ons gemaakt worden, trekt ‘het niet geleefde leven’ als een schaduw mee op. Ken je dat? Dingen die je hebt willen doen, maar waar het nog steeds niet van is gekomen? Soms omdat je wacht op een beter moment. Soms omdat je denkt dat je er nog niet klaar of nog niet oud of wijs genoeg voor bent, te weinig ervaring hebt. Elk moment heeft genoeg aan zichzelf, dus soms moet je de keus maken om je NU toe te wijden aan waar je toe geroepen wordt. En er dan op te vertrouwen dat er iets voor je uitgaat, een wolk van Aanwezigheid.

Veertig is een bijzonder getal in de joodse traditie. Het gaat bij veertig altijd over beproeving, voorbereiding en verwachting. Mozes verbleef veertig dagen op de berg en keerde veranderd terug. Jezus verbleef veertig dagen in de woestijn en na die beproeving kon hij zijn missie beginnen. Het volk Israël trok veertig jaar door de woestijn en toen pas opende zich een nieuwe toekomst. Veertig – het lijkt een scharnierpunt. Het is de tijd van een generatie en met elke generatie is er de hoop, de verwachting dat de toekomst anders vormgegeven wordt.

Binnenkort word ik veertig.

Ik heb me voorgenomen dat ik dit levensjaar in het teken wil zetten van iets waar ik al langer mee bezig ben. De opbrengst van beproeving en voorbereiding oogsten. Het is mijn hoop dat dit schrijven een vastere vorm kan krijgen dan hier op dit blog. Dat gaat niet vanzelf en vraagt toewijding, aandacht en tijd. Tijd die ik daarom niet zal besteden aan dit Dag-aan-Dag blog.

Een goede afronding van 2021 gewenst en voor 2022 vreugde en alle goeds!



Gebroken tafelen II

Beschouwing Posted on Wed, October 27, 2021 12:24:47

Ik schrijf een serie rondom de verhalen uit Exodus waar beschreven staat dat Mozes de tien woorden op stenen tafelen ontvangt. Eerst maar eens twee vragen: 1) wat zouden we ons voor kunnen stellen bij ‘stenen tafelen’? 2) Waar raken de stenen tafelen aan ons leven?

In het Hebreeuws staat er ‘èth-loechoth hà-èvèn’. Bij Jos Quak las ik een interessante vertaling[1], die hij o.a. maakt onder inspiratie van Friedrich Weinreb. Volgens Quak is ‘loechoth’ verwant aan de stam van het vrouwelijke woord làch wat ‘vochtig, vers, groen’ betekent. ‘Loàch’ is te vertalen als fris, levenskracht. Zo wijst Quak er op dat de stenen tafelen niet gezien moeten worden als dood materiaal, maar als iets dat springlevend is.

‘èth-loachoth’ wordt door haar dan vertaald als: ‘(het) leven (dat) door alles heen fris en krachtig blijft’.

Dan het tweede stukje: ‘hà-èvèn’, ‘de steen’. Maar tegelijk fungeert èvèn als het verbindingswoord tussen vader en zoon en duidt het dus op verbinding en relatie. In die relatie van vader en zoon gaat het ook om het doorgeven van leven.

De uiteindelijke vertaling die Quak geeft van ‘èth-loechoth hà-èvèn’ is:

‘(ons) diepste wezen (dat) door alles heen springlevend blijft (omdat het bij haar) Bron blijft’. Ik zou daar dus aan toe willen voegen ‘en leven doorgeeft’, van generatie op generatie.

Prachtig!

Hoewel het in de kerk waar ik vroeger opgroeide elke zondag de gewoonte was om de Tien Woorden te horen, ben ik tegelijk opgegroeid met christelijke opvattingen over de wet die ons volgens Paulus tot de dood toe schuldig verklaart (Gal. 2:19). Dat is een eind weg van de vertaling waar Quak op uitkomt.

In Quak’s vertaling draait het om verbinding, om contact met de Bron die leven geeft. Leven is iets anders dan bestaan.

‘Life is the effect something that exists has on its surroundings, the contribution it makes to the world’.

Rabbi Manis Friedman, Creating a life that matters, 4

Volgens rabbijn Friedman draait ‘bestaan’ om het in stand houden van jezelf, je eigen ruimte. ‘Leven’ is je eigen ruimte, je zijn, verbinden aan de ruimten en het leven om je heen. Dan ontstaat er gemeenschap.

‘You were given life, and it’s your life. But it’s not for you’.

Rabbi Manis Friedman, idem, 121

Het gaat om ons diepste wezen, onze adem, ons hart. Wie we in onze kern zijn. Als we dan in de hoofdstukken voor Exodus 32 lezen wat het is dat God tegen Mozes zegt, dan draait het allemaal om relaties, om de gemeenschap. Tussen God en mens, tussen mensen, tussen mens en dier, en over wat er in die relatie allemaal mis kan gaan. En ook gaat het om onze relatie tot dingen, dat wat we beschouwen als bezit.

God besluit dan met twee dingen. Ten eerste de vraag wat het volk, elk individu, bereid is te geven om een heiligdom voor God te bouwen temidden van de gemeenschap (Exodus 25). Het gaat hier dan om de ruimte die wij bereid zijn te maken in ons midden voor Gods aanwezig-zijn. Ten tweede: God eindigt met de opdracht om de sabbat ‘in acht te nemen’ en te vieren. Eén dag in de week als herinnering aan de Bron, dat we niet bestaan omdat we ons zelf in stand houden, maar omdat we in stand gehouden, gedragen, worden. Een herinnering dat wij niet van onszelf zijn, dat wat wij in handen hebben niet van ons is. Ruimte maken voor God, de A/ander en ruimte maken in de tijd geven ons de gelegenheid ons verstikkende egoïsme te verdrijven doordat we in staat zijn iets goddelijks toe te voegen.

De stenen tafelen die Mozes ontvangt doen dat ook. Ze vertellen ons wie wij zijn: mensen die niet op zichzelf bestaan, maar leven ‘in relatie tot’. De realiteit lijkt vaak zo anders en daarom vertellen deze richtlijnen ons hoe wij onszelf ‘weg kunnen leiden’ aan de verslaafdheid aan ons zelf en ons eigen bezit en kunnen terugbrengen tot wie wij zijn. Het gaat om de gerichtheid die we zouden kunnen hebben op de levenskracht die groter is dan onszelf. Op de vruchtbaarheid van de grond in ons hart waaruit leven, groei, vruchten kunnen opbloeien en ons in de ruimte kunnen stellen.

Dat is wat ons is gegeven in de Thora op stenen tafelen: de verbondenheid met de Bron en de verbondenheid met alles wat uit die Bron voorkomt. Dan leven we niet langer opgesloten binnen in onszelf. De Thora is het bestemmingsplan dat ons hoe we kunnen bewegen, weg van onszelf, van ‘zouden kunnen hebben/zijn’ naar ‘hebben/zijn’. Het volgen van de richtlijnen gaat dus niet om het behalen van doelen en plichten, het doen van daden, maar om datgene zijn wat we in Gods ogen aan potentie in ons hebben.

“De bestemming van de mens is om een incarnatie, een belichaming van de Thora te zijn. Het doel van de Thora is om in de mens, in zijn ziel en in zijn daden aanwezig te zijn.”

Abraham Joshua Heschel, God zoekt de mens, 295

En juist dat, Gods eigen teken van zijn geloof in de goddelijke potentie in de mens, gooit Mozes aan diggelen. Ik zou denken: ‘o Mozes, wat doe je nu met die woorden die door God zelf zijn ingegrift? Hoe durf je die kapot te gooien?’

Maar joodse commentaren leren mij dat het de grootste daad is die Mozes in zijn leven heeft verricht! Daarover meer in het vervolg.

(wordt vervolgd)


[1] hetboek_exodus [Lodebar]



Gebroken tafelen I

Beschouwing Posted on Sun, October 24, 2021 19:29:42

“Weest zorgvuldig (in de omgang) met een oude van dagen die buiten zijn schuld zijn kennis verloren heeft, want men zegt dat zowel de (nieuwe) stenen tafelen als de brokstukken (van de oude tafelen) in de (heilige) ark lagen”.

Rabbi Jehoeda in de Babylonische Talmoed

De ervaringen die ik in mijn vorige blog beschreven heb, hebben de afgelopen tijd op de deur van mijn hart geklopt. Ik had vragen, ik voelde mee, ik voelde ook ‘tegen’, en ik zocht… naar inspiratie. Afgelopen week volgde ik een online studie-programma. Heel abstract had dat programma als thema: de lijfelijkheid van de geest. Meer concreet ging het over vragen rondom herstel, rouw en verdriet in mensenlevens van psychose tot aan de gevangenis.

Wat is herstel eigenlijk?

Ik grasduinde maar weer eens door wat bronnen op mijn bureau en zo stuitte ik in ‘Kabbala als levenskunst – op zoek naar eenheid en heling’ van Marcus van Loopik op het citaat hierboven van rabbi Jehoeda. Het is zijn commentaar bij het verhaal uit Exodus 32. Dat verhaal beschrijft een uitgebreide ontmoeting tussen Mozes en God op de berg Sinaï. Daar heeft God veel belangrijke dingen tegen Mozes gezegd. God rondt dat gesprek met Mozes af door te benadrukken dat het volk zich aan de sabbat moet houden: één dag in de week om op adem te komen. Daarna gaf God Mozes ‘een kopie’ van het verbond, twee stenen tafelen. Met dat verbond in zijn handen keert Mozes terug naar het volk en hij weet wat hij moet verwachten, God had het hem immers al over het ongeduld en ongeloof van het volk verteld. Toch verliest Mozes zijn zelfbeheersing als hij met eigen ogen ziet wat God bedoelde: hoe het volk danst om een gouden beeld. Het blijkt toch makkelijker om iets duurs en tastbaars te vereren waar je zelf ook nog moeite voor hebt gedaan, dan te geloven op een onzichtbare Nabijheid!

Marc Chagall

In zijn woede gooit Mozes de stenen tafelen stuk. Wat er precies met die brokstukken is gebeurd vertelt de Bijbel niet, maar rabbi Jehoeda gaat uit van de traditie die zegt dat Mozes de brokstukken bewaarde en met zich meedroeg – al dan niet in de heilige ark. In de joodse traditie behielden ze hun heiligheid want de woorden waren door Gods eigen vinger in steen gegrift.

Juist dat beeld gebruikt rabbi Jehoeda om ons te wijzen op de niet-op-te-geven heiligheid van een mens, hoe geschonden of aangetast (het beeld van God in) die mens ook is. Zelfs in die geschondenheid, in lijden en in wat geleden is, moet het beschermd en gedragen worden door de gemeenschap. Zo bezien is lijden, en wat een mens overkomt, nooit een individueel probleem. Volgens het joodse mensbeeld hangt de waarde en de heiligheid van een leven samen met de unieke plaats die een mens inneemt binnen de gemeenschap. Of je leven (nog) van betekenis is, hangt niet af van je eigen individuele oordeel. Immers, hoe zou je zelf hierover kunnen oordelen?

Maar, wat is dan die ‘gemeenschap’ en waar laat die gemeenschap zich door leiden? Danst zij, zoals de Israëlieten, alleen om wat tastbaar is, van goud en ‘zelf gemaakt’ is? Welke overtuigingen leven er in die gemeenschap over wat het betekent om mens te zijn? Wat zegt die gemeenschap over de zin en waarde van een leven? Maar misschien belangrijker nog: wat zegt, wat gelooft deze gemeenschap over lijden?

Is de gemeenschap die wij samen vormen, als kerk en als maatschappij, één die veilig genoeg is om te kunnen breken, zoals de stenen tafel? Is het een gemeenschap waar je woede er mag zijn, net als je wanhoop en je doodswens, maar dat er dan tóch troostende nabijheid is en ruimte voor herstel?

Herstel dan niet in termen van productie, van de winst onderaan de streep en ook niet dat van het succesverhaal dat vertelt kan worden voor de camera of wat beloont kan worden met allerlei ‘likes’. Nee, herstel of helen bezien als waarin datgene waar je aan lijdt ieder moment dat het de kop steekt zacht omhuld en gedragen wordt door jou en de ander. Niet weggedrukt, opgepoetst, verloochend of afgeleid. Maar: vastgehouden, betekenis gegeven, samengebracht, verzorgd, en weer tot leven gekomen – (weer opnieuw) uitgenodigd worden in verbondenheid, in en vooral dóór de gemeenschap. Dat zijn de nieuwe tafelen – die naast de brokstukken liggen – als teken van het verbond.

Komende tijd wil ik in een serie schrijven over wat ik denk dat we, voor onszelf en voor de gemeenschap die we vormen, kunnen leren van de heilige, gebroken tafelen.



Draaglijk leven

Beschouwing Posted on Sun, October 03, 2021 19:35:47

Achttien jaar heb ik in het onderwijs gewerkt met kinderen in de leeftijd van 12-18 jaar. De jaren van identiteitsontdekking, persoonlijke vorming, een plan voor je leven uitstippelen: wie wil ik gaan worden, wat wil ik gaan studeren, hoe bereid ik me voor op volwassen deelname aan de maatschappij? En daarnaast een veel belangrijkere zoektocht: wat betekent het om vrienden te zijn? Om een serieuze relatie aan te gaan? Een heel boeiende fase, meestal vol onstuimig leven.

Ik dacht er afgelopen week met heimwee aan terug. Een moment dat ik bijna kon smeken om zwetend voor een klas met bomvolle uitdagende, irritante, mijn grenzen tartende pubers te staan. Ik verlangde er naar terug. BIJNA. Een cliënt waar ik inmiddels een jaar kom heeft zich aangemeld bij het Expertisecentrum Euthanasie. Een arts en een verpleegkundige kwamen op gesprek en de cliënt wilde graag dat ik er bij aanwezig zou zijn. Met een kop koffie in de hand ging het gesprek over geen ontwikkeling meer zien, niet langer willen en kunnen accepteren dat het leven zo anders gelopen is dan ooit in de wilde puberjaren gedacht en gehoopt.

Een leven met een knik er in, waar het noodweer zo plotseling inslaat als de bliksem: daar kun je niemand op voorbereiden. Bij veel van mijn cliënten gebeurde het onverwachts. Uit het niets gebeurt er iets onomkeerbaars in je hoofd. Vanaf dat moment kun je de helft van je lichaam niet meer gebruiken, geen woorden meer vormen en uitspreken. Je zit op de bank en wacht. Totdat de thuiszorg komt om je te wassen en die laat je nog weleens langer wachten dan je wilt – of gewoon zitten. Je ziet hoe bij de kassa door jouw vertraagde beweging een rij achter je ontstaat. Je laat je bord met eten vallen en moet je vriend vragen om de door jou gemaakte rotzooi op te ruimen. Je voelt je een last. Je vraagt je af wat je nog kunt doen, wat je nog kunt maken van een half belichaamd leven. Wat maakt dat leven nog waardevol, draaglijk? Wie geeft je antwoord op deze ervaringen, op deze vragen?

Het gesprek is onder mijn huid gekropen en huist daar nog steeds. Het krabt aan vragen. Is je leven in onze samenleving voorbij als je weinig of niet mobiel bent, als je niet meer met woorden kunt communiceren, als je niet meer kunt deelnemen aan het gewenste tempo? Heb ik de pubers die ik in die jaren voor me zag – in een onderwijswereld waar het steeds meer draait om voorbereiden op een maatschappij van zelfregie, zelfontplooiing en autonomie – uiteindelijk wel voorbereid op het échte leven?

Gaat dit over (ver)dragen en gedragen durven worden, ook in die dingen waar geen mens en geen God je ooit op had voor kunnen bereiden? Ontvangen worden als je om hulp moet vragen, als je afhankelijk bent, met je gebutste kanten, je beperking, je gehavende lijf?

Zin vinden of ervaren in het feit dat we er zijn, zonder dat we hoeven presteren of er iets van te maken: het is een onmogelijke, helse klus om die levenszin alleen uit jezelf te halen. Lijden is ondraaglijk als je het alleen moet doen en alles geplaats wordt in een kosten-batenplaatje, zorg op contract.

Aan het eind van het gesprek wijst de verpleegkundige naar de poster die aan de muur bij mijn cliënt hangt. Een poster van Herman Brood met de tekst: ‘where were you when I needed you’.

‘Mens, waar ben je?’ vroeg God in het begin. Die vraag stelt de Eeuwige nu nog, en elk mens aan mij: ‘waar ben ik?’ En aan ons als samenleving: ‘Waar zijn wij?’ God ontwierp het leven niet als een individueel project van talentontwikkeling. Als we dat gaan geloven zijn we uiterst kwetsbaar voor wat aan ‘noodweer’ zomaar in ons leven kan opsteken: drama’s, verandering, onzekerheid[1]. Liefde, er-zijn als antwoord op ‘waar ben je?’, is het antwoord én de verlossing. De Eeuwige gaf ons een verbond: Ik BEN er, Ik Ben hier. In jouw huis, op je bank, daar waar je wacht, daar waar je morst en valt. In dat verbond rekent de Eeuwige op ons, zoals wij dat ook in een verbond doen: op elkaar rekenen, elkaar trouw zijn, elkaar opvangen, ontvangen en je laten ontvangen. In dat verbond zijn we geplaatst, om ons te verbinden, om er-te-zijn, om zin te geven aan elkaar. Dragen en gedragen worden. En zelfs het moeilijkste: je láten dragen als dat nodig is. Waar dan ook, hoe dan ook. Zoals de verlamde jongeman door zijn vrienden gedragen werd. Vrienden die het onmogelijke voor hem mogelijk maakte: door het dak heen, afdalen naar Jezus, hem brengen naar een plek waar hoop gevoeld kan worden (Markus 2).

Leven: leren dragen en leren je te laten dragen, van jongs-af-aan…


[1] Jonathan Sacks, Moraal, 51



« PreviousNext »