Afgelopen week wandelde ik met een vriendin en in het gesprek kwam ik op ‘leven met het einde in gedachten’. Dat klonk wat zwaar dus ik had wat uit te leggen. Toen vertelde ik haar, ze doet hetzelfde werk als ik, dat als ik bij oudere cliënten ben die boven de 80 zijn, ik mezelf in een soort van spiegel laat kijken. Een spiegel die toont hoe je later oud bent. Keuzes die ik nu maak, bepalen wat ik in de spiegel zal zien. Aan het eind van het leven oogsten we wat we gezaaid hebben. En dus komt het er nu op aan te weten wat en waar ik zaaien wil. En om datgene te leren waar ik straks uit kan putten, bronnen te verzamelen. Pas na ons gesprek zag ik dat dit aansloot bij mijn laatste blog. Misschien dat de inhoud onbewust op deze manier verder werkte. Zo sloot ik mijn vorige blog af met de vraag: ‘Als ik in die kist beland, wat hebben mensen dan aan mijn gedrag gezien van wat ik zó belangrijk en van waarde vond in het leven dat ik daar mijn kostbare tijd aan gegeven heb?’

Een dag na de wandeling stuitte ik op een interview met de 88-jarige Jan Mulock Houwer in de Volkskrantserie ‘Sterveling’. Aan Houwer wordt gevraagd of het in het leven om groei gaat. Hij antwoordt bevestigend. Hoewel zijn lichaam en verstand in zijn levensfase achteruit gaan, zit volgens hem de groei in de ziel.

‘Je hébt je lichaam en je brein, maar wie je bént, dat is (wijst op zijn hart) je ziel. Groei is mogelijk op het waardenniveau vanwaaruit je leeft, zegt Simone Weil. Zij heeft het dan over ethische waarden als gerechtigheid, compassie en waarheid.’

Jan Mulock Houwer, Volkskrant 26 januari 2023

Houwer wordt ook gevraagd hoe hij aan kijkt tegen zijn dood. Hij zegt dan:

‘Eigenlijk heeft alles wat je in je leven doet te maken met het einde ervan. Daar ben ik nu aangekomen. Ik aanvaard dat, anders dan sommige leeftijdgenoten die haken naar de vorige fase en het vooral hebben over wat ze nog allemaal kunnen. Dan loop je het risico dat je op het moment van je dood niet bent voorbereid. (…) Naar mijn gevoel leef ik nu intensiever dan ooit tevoren, ook door me voor te bereiden op mijn dood. Ik vraag me daarbij af: wie ben ik door het avontuur van het leven ten diepste geworden, wie geef ik straks terug aan waar ik vandaan kom?’

Jan Mulock Houwer, Volkskrant 26 januari 2023

Prachtig, die paradox in dit citaat. Ultieme waarheid is iets van de hemel, niet van de aarde. Maar de waarheid die we enigszins kunnen vinden op aarde is altijd paradoxaal. Leven met het einde in gedachten maakt alles intens. De lach én de traan. De keuzes waar je voor gesteld wordt. De wegen die je inslaat om soms later te ontdekken dat je het, met de inzichten die later komen, toen anders had moeten doen. Zoals Houwer, als hij schrijft over zijn werk bij Shell of over de relatie met zijn zoon. De mildheid die dan nodig is om jezelf te vergeven of om te herstellen wat door jou gebroken is. Dat alles is volop het leven.  

De spiegel die Houwer mij laat zien is het belang om ons dagelijks in deze dingen te oefenen. Te oefenen in aandachtig leven, stil te durven staan bij wat intens en doordringend is. Tijd en ruimte maken voor de aandacht die nodig is om keuzes te maken die afgestemd zijn op wie je straks terug wilt geven. Leven vanuit het besef dat ik niet van mezelf ben. Dat ik niet uit mijn ouders voortkom. Maar dat de Bron waaruit ik kom groter en groots is. Dat ik niet de enige ben die uit die Bron voortkomt, en dat ik daarom mag leren van mensen die mij zijn voorgegaan. Joodse rabbijnen, de Mussartraditie, maar ook de wijsheid die Houwer in een interview op oude leeftijd doorgeeft. Zo groeiend oud kunnen worden, dan ben je nog volop van betekenis!

Het doet me denken aan een psalm:

‘De rechtvaardigen groeien op als een palm, als een ceder van de Libanon rijzen zij omhoog.

Ze staan geplant in het huis van de Heer, in de voorhoven van onze God groeien zij op.

Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris.

Zo getuigen zij dat de Heer recht doet, mijn rots, in wie geen onrecht is’.

Psalm 92: 13-16

Palmbomen en ceders zijn bomen die zo hoog kunnen worden, dat ze bijna als tot in de hemel reiken. Het interessante aan deze bomen is, dat ze net zo diep onder de grond reiken, als de stam boven de grond. Dat is omdat er in het Midden Oosten waar deze bomen groeien vaak maar weinig oppervlaktewater is. Daarom moeten de wortels diep reiken naar de bron. Stevige wortels, want vaak is de bodem rotsachtig. Het is een mooi beeld van hoe vrucht dragen, fris en groen blijven verbonden wordt aan reiken naar de Bron. Zorgen dat je wortels naar de Bron toe groeien, want zonder die wortels en zonder Bron gaat het niet. Wortelen in de Bron gaat niet vanzelf. Je moet weten waar die Bron te vinden is. Er is oefening van de ziel nodig om je wortels stevig en sterk te maken. Om ze te laten groeien, ook in de ouderdom, door blijvende aandacht voor de ziel. Doorzettingsvermogen. Je moet door de/je eigen weerstand heen, door levenspijn en levenswoede. Dat kan voelen als rots en steen, je komt er maar amper doorheen. Maar je zwoegt, je haalt weg wat in de weg zit, totdat je bij het water komt.

Het water van die Bron maakt alles zacht. Verbonden met die Bron is het alsof je groeit in het huis, in de nabijheid, van God. En zo mogen we ook in de spiegel van de psalmist kijken en ons afvragen: waar groeien we op? Waar vinden we water om vrucht te dragen en straks groen en fris grijs te zijn? En hoe verzorg ik mijn wortels?