Er is al zoveel geschreven. Maar dat zijn niet mijn woorden. Een ietwat chaotische verzameling van indrukken die mogelijk in de komende weken door mij wat verder uitgewerkt zullen worden:

Bidden

Gisteren een dag van nationaal gebed en landelijk waren de kerkklokken te horen als geluid van troost en hoop. Dat was voor onze tijd toch een bijzonder en zeldzaam stukje religie in de publieke ruimte. Op twitter een ietwat agressieve reactie in de trant van: ‘nou, het staat nu toch zeker wel vast dat God niet bestaat!’ Wat kan ons, wat kan mijn gebed zijn in een tijd waarin een minuscuul virus de hele wereld machteloos en angstig maakt? Bidden we voor bescherming, bidden we voor een keer in het lot, bidden we voor een wonder? Van de Mussar-leraren en tora-commentatoren leer ik dat vertrouwen op wonderen gezien wordt als tegengesteld aan een leven van geloof. Ja – je leest het goed. Ik ben zelf hier ook nog steeds over aan het denken. Wat is dan geloof? Geloof – emunah in het Hebreeuws – is volgens de Rambam het weten dat de Eeuwige álles heeft gemaakt, álles om ons heen en dat de Eeuwige steeds doorgaat met de schepping. Geloof is het besef dat niets kan bestaan en geen enkele actie kan plaatsvinden zonder de aanwezigheid van de Eeuwige. Daarom Zijn naam: Ik ben, Ik ben er, Ik zal er zijn. Dat wordt nooit vertaald in verleden tijd (‘Ik was er’), omdat het gaat om het Nu. De Eeuwige is er, Nu. Bij u, bij mij, bij mensen op de IC, bij mensen die geïsoleerd thuis zitten. Bidden kan nu zijn: dit weten uitspreken. U bent hier, bij mij en U bent er steeds, wat er ook gebeuren gaat.

Hamsteren

Heel eerlijk: ik heb een beetje gehamsterd. Vooral op de markt. Iedere week koop ik daar noten. Niet wetend of de notenkraam er volgende week weer staat, koos ik in plaats van een pond voor een kilo noten. Natuurlijk weet ik dat er genoeg eten is en dat hamsteren niet hoeft. Maar angst, existentiële angst, is mij niet bepaald vreemd en in deze situatie van internationale crisis ben ik niet ongevoelig voor de triggers die overal om ons heen nu te vinden zijn en allerlei irrationele overlevingsmechanismen in gang zetten. Stel je voor dat ik ziek word en mijn huis niet meer uit mag! Hamsteren is een wat onbeholpen manier om de illusie van controle vast te houden. Het is het gebrek aan vertrouwen, dat de kop op steekt. Vertrouwen dat ik in een land leef waar er eigenlijk maar zo weinig is om je zorgen over te maken, vertrouwen dat bevestigd wordt door een overheid die met zorgmaatregelen komt, vertrouwen dat er in dit land artsen en verpleegkundigen zijn die ook voor mij zullen zorgen als het er op aan komt.

Vertrouwen

Iemand kan beschikken over emunah, het weten dat de Eeuwige er is in alle omstandigheden en dat de Eeuwige Zijn wereld in handen houdt. Maar het kan hem ontbreken aan bitachon – vertrouwen. Hier heb ik eerder over geschreven op dit blog. Ik schreef toen over het Loofhuttenfeest, als oefening voor de Joden om alles op te geven wat zekerheid en controle biedt en zich over te geven aan een schamel dak onder de hemel. Vertrouwen op wonderen is het tegenovergestelde van geloof. Bitachon is het relationele geloven, het je overgeven en toevertrouwen aan de Eeuwige, je afhankelijk weten van de Eeuwige. Vertrouwen dat de Eeuwige het beste met jou voor heeft – wat het beste dan ook zal zijn – en dat in alles dus zin en betekenis te vinden is. Het is niet een levenshouding gebaseerd op ervaring, maar het is een levenshouding die de ervaringen van vertrouwen schept. Er kan je van alles over komen in het leven. Je kunt proberen je daar tegen te wapenen. Je kunt ook je overgeven in afhankelijkheid dat je – net als een klein virus – een minuscuul onderdeeltje bent van het grote geheel van Gods doorgaande schepping. Ik heb niet zoveel met eindtijdscenario’s of mensen die menen dat het iets te maken zou hebben met Gods oordeel. Weet je nog, die regenboog? Gods allereerste belofte de aarde nooit meer te verwoesten? En daarna volgden er nog meer beloften (blijkbaar hebben wij het nodig dat God steeds herhaalde), tot aan de komst van Christus toe. Niet om de wereld te oordelen, niet als straffende maatregel. Maar omdat de Eeuwige de wereld zó lief heeft, dat het Hem Zélf treft. Zo lief, dat de dood niet het laatste woord kreeg. Die liefde van de Eeuwige, die barmhartigheid is er omdat de Eeuwige Zelf er is en dat is de God aan wie ik mij kan toevertrouwen. Niet als een robot, zonder eigen wil en verantwoordelijkheid. Wél als iemand die de uitkomst niet bepaalt, die niet bepaalt hoe mijn leven loopt. Dat is Zijn taak. Mijn taak is om mij steeds weer te oefenen in het vertrouwen en daardoor te groeien in liefde. Ook nu, juist nu. Blijvend op weg naar Pasen…