Tijd voor een beetje luchtigheid hier. Wijk bij Duurstede viert carnaval. Ondanks de storm trok een lange stoet aan versierde wagens aan mij voorbij toen ik nét met de hond mijn dagelijkse kilometers liep. Geboren in een Veluws dorp zonder katholieke gemeenschap is carnaval voor mij toch een vreemd spektakel. Ik voel me vaak erg ongemakkelijk als een optocht aan luidruchtige, uitgedoste mensen aan mij voorbij trekt. Dat gevoel heb ik bij een gaypride, maar ook bij carnaval. Zo’n optocht, ik zou nooit langs de kant van de weg of gracht gaan staan. Maar nu ontkwam ik er niet aan.

Van binnen voel ik een blik oordelen opengaan: ‘belachelijk, 13.30 uur al flesjes bier wegtikken’; ‘beetje triest, om zo op een krakkemikkige wagen te moeten dansen op afgrijselijke en veel te harde beats’. Onverstoorbaar en met mijn gezicht strak vooruit loop ik tegen de wind in. Tot ik voel dat ik niet alleen een toeschouwer ben, maar zelf ook bekeken wordt. Dus ik kijk naar rechts en steek voor de aardigheid maar even mijn hand op. Er wordt overenthousiast terug gezwaaid door een groepje vrouwen die zo naar ik inschat ongeveer in een midlife-crisis moeten zitten. ‘Best een mooi versierde wagen’, denk ik dan, ‘daar hebben ze vast lang aan gewerkt’. Met elkáár. Ja, als je het zo bekijkt is het een feest dat bijdraagt aan saamhorigheid. Samen aan iets werken en dan: samen los gaan.  (Overigens: in Wijk zijn het onschuldige karren. Toch goed even te benoemen vanwege onbeschaafde, afschuwelijke karren die in andere plaatsen gezien werden)

Wat wil mijn veroordelende weerstand nu toch eigenlijk tegen mij zeggen? Welke ‘lastige’ kanten van mezelf legt het bloot? Is het de mateloosheid van het alcoholgebruik wat mij irriteert? De veel te harde muziek, zeg maar gewoon: herrie? Kan ik niet tegen het ‘bekeken’ worden?

Ligt het vromer: is het dat ik vind dat als je A zegt (carnaval vieren) je ook B moet zeggen (40 dagen je begeerten opgeven)? Dat het leven vieren niet los verkrijgbaar is, dat de ervaring van dood en (af)sterven er ook bij hoort?

Of zijn het misschien de mensen die kunnen wat ik zelf niet kan: even gek doen, even jezelf laten gaan, even los, even niets aantrekken van de blikken van een ander of van de blikken in je eigen onherbergzame innerlijke landschap van oordelen? Zo even zonder controle en dan maar zien wat er gebeuren gaat?   

Laat ik met de carnavalsstoet dan misschien toch ook wel een beetje het leven aan mij voorbij gaan?