Als kind ben ik opgevoed met het idee dat het in de Joodse godsdienst om wetten en geboden gaat en dat het verschil met het christelijk geloof is, dat wij door Christus zijn bevrijd van het juk dat deze wetten geeft. Nu ik al een tijdje het joodse jaar volg en wekelijks de bijbehorende parasja’s lees (de Thora is opgedeeld in stukjes die op de sabbat gelezen worden, dit noemt men de parasja) en bestudeer, ga ik hier meer genuanceerd over nadenken.
Ook in het Jodendom gaan de wetten niet zozeer om het kunnen ‘behalen’ van een maatstaf. Veel wetten kun je beter zien als rituelen die het leven ordenen en je helpen in het proces van dagelijks bewust-zijn. Aan al die wetten ligt het geloof in heelwording (tikkun) ten grondslag. Joods geloof is zeer krachtig in de overtuiging dat een mens zich kan ontwikkelen ten goede en dat het leven gaat om die groei. Een tijdje terug was ik bij een lezing van een rabbijn die, voordat hij aan zijn kopje koffie begon, een zegenspreuk uitsprak. Voor mij werd zo’n alledaags moment door zijn handeling doorbroken met Gods aanwezigheid. Sindsdien heb ik de joodse ochtendspreuk naast mijn bed liggen om uit te spreken zodra ik wakker word: ‘Ik dank U, levende Eeuwige Koning, dat U genadevol mijn ziel hebt doen terugkeren. Uw trouw is groot’. Soms denk ik dan dat door alle reformaties er eigenlijk maar heel weinig rituelen zijn overgebleven die ons helpen God present te stellen in het alledaagse en die ons helpen in onze alledaagse bewust-zijn en zielsgroei.
Aanstaande zondag begint een nieuwe maand. Dit jaar valt de gehele maand september samen met de joodse maand Elul. Het is de maand die voorbereid op de Hoge Feesten: Jom Kippoer (Grote Verzoendag) en Rosj Hasjana (joods nieuwjaar). In het Aramees betekent elul ‘zoeken’. In deze maand gaat het om het doen van zelfonderzoek. Joden worden opgeroepen om een ‘cheshbon nefesh’ te ondernemen, een onderzoek van de ziel. Jom Kippoer gaat over het in het reine komen met God en je medemens, om zo het nieuwe jaar goed te beginnen. Voor joden is dit niet een onderzoek dat je alleen uitvoert. Het is de bedoeling dat je elkaar in groepjes van twee of drie ondersteunt, door elkaar aan te moedigen maar ook scherp te zijn naar elkaar voor spirituele groei. Jezelf openleggen voor je eigen eerlijkheid en voor die van de ander. Laat je jezelf hierin toe? En een ander? Door je in de maand Elul te richten op zielsonderzoek raak je weer verbonden met jezelf, met de ander, met de door God gegeven aarde.
Zo’n maand van georganiseerde zelfreflectie, weer in balans brengen van onze relatie met onszelf, de ander, God en de wereld, kan heel helpend zijn om bewust te leven en het nieuwe jaar in te gaan. Je bent een ziel en hebt een lichaam, hoor ik in mijn joodse Mussar studiegroep steeds zeggen. Het lichaam verzorgen we met voedsel, kleding, beweging. Onze ziel is echter veel wezenlijker en hoe verzorgen we die?
Rituelen, voorschriften, maar ook eenvoudiger ‘gebruiken’ kunnen helpen in onze zielhygiëne. Dagelijks zou je zulke momenten kunnen creëren, en zo af en toe is het tijd voor een najaars-schoonmaak: waar ontbreekt het mijn ziel aan? In welke ‘atmosfeer’ leef ik eigenlijk? Is wat ik denk en doe, tegen mezelf en anderen zeg, waar ik me mee voed, wel goed voor mijn ziel? Welke karaktereigenschappen (midot) zijn vervormd, onder het stof geraakt door vaste patronen en slechte gewoonten? Wat vraagt van mij om teshuva (inkeer, omkeer)?
Elul duurt veertig dagen. Veertig dagen als symbool voor een leven-lang. Een leven-lang werken aan je spirituele curriculum. En ieder jaar is er een maand om je te laten doordringen dat het leven hier om draait. Elul eindigt met Rosj Hasjana. Op Rosj Hasjana is alles in de synagoge in het wit gehuld: de ark, de thorarollen en ook de voorganger (chazan). Het wit staat symbool voor de overgave aan God. Elul is de voorbereiding op die hernieuwde ontmoeting met God en overgave aan de Eeuwige. Het is de uitdrukking en ervaring van het geloof in verandering, dat elk moment een moment van omkeer kan zijn. Het is de uitdrukking van het diepe besef dat je niet van jezelf bent, maar dat je ziel door God gegeven is. Je ziel is de zegel van God in een weerbarstige wereld van vallen en opstaan, slijten en slijpen.
Komende maand schrijf ik op dit blog meer over de cheshbon nefesh aan de hand van joodse spiritualiteit.