Blog Image

Door Niemandsland

Beschouwing Posted on Sun, July 03, 2016 12:29:11

Van de week kreeg ik van iemand een link naar een aflevering
van KRO De Wandeling met Lenny Kuhr (klik hier voor het zien van de aflevering). Zij vertelt daarin hoe zij 20 jaar geleden haar
stem verloor en wat dat voor haar als zangeres betekende. De drie minuten die
zij daarover vertelde, raakte me. Ze gaf daarin aan dat het de meest moeilijke,
maar ook de meest heilzame periode in haar leven was. Over dat heilzame zei ze
het volgende (19.05 min t/m 22.30):

“Omdat ik heb gezien dat als je niet spreekt dan raak je
verstild van binnen. Dat zorgt er voor dat je heel erg verinnerlijkt. Dus dat
je een soort compacte kracht in jezelf ontwikkelt. Je waaiert niet uit, je
blijft bij jezelf. En door niet te spreken, zijn er ook vragen die je eerder
wilde stellen waar je antwoord van verwachtte bij iemand anders. Dat lost zich
in jezelf op. Dus op een gegeven moment, dan hoef je niet meer te vragen. Dan is
de vraag al beantwoord in je zelf. Dus dat wat er gebeurt, is dat je steeds
meer… kernachtiger wordt. Even moet je een soort niemandsland door. Want als
je niet meer bent wie je was, wat ben je dan? Toen heb ik begrepen dat het de
stroom is die je meevoert. De inzichten die je daardoor kreeg, gewoon door
jezelf te verliezen, en wat dat oplevert”.

Het raakte me. Mijn stem is redelijk terug gekomen, maar ik
voel me nog steeds in niemandsland. Bij mezelf blijven, mijn vragen laten
beantwoorden in mezelf, kernachtiger worden… Jezelf uit handen geven, laten
meevoeren met de stroom….

Reizen door niemandsland… Ik moest denken aan het nummer
Neverland, van Marillion. Hoewel een lied over onvoorwaardelijke liefde tussen
mensen, een liefde die diep in je gaat wonen (maar ook over schuld, schaamte,
het verlangen om te ontsnappen) gaat het misschien ook een beetje over de
ontmoeting met en de onvoorwaardelijke liefde voor jezelf, op momenten dat het stil en donker is:

When the darkness takes me over
Face down, emptier than zero
Invisible you come to me
..quietly
Stay beside me
Whisper to me “Here I am”
And the loneliness fades

Some people think I’m somethin’
Well you gave me that, I know
But I always feel like nothing
When I’m in the dark alone

You provide the soul, the spark that drives me on
Makes me something more than flesh and bone

(…)

All these years
Truth In front of my eyes
While I denied
What my heart knows was right



Leermeesters

Beschouwing Posted on Tue, April 26, 2016 17:35:33

Ergens in oktober ontstond het plan om naar Bhutan te reizen. Misschien was het mijn stemprobleem die mijn gedachte om ooit naar dat land te reizen, omzette in: als je het alleen maar denkt, gebeurt het nooit. Mijn stemprobleem had mij uit evenwicht geblazen door me te laten ontdekken dat ik maar een beperkt deel van mijn lijf bewoon, namelijk mijn hoofd. In de tussentijd heb ik veel geleerd over lichaamscontact en ademhaling.

Voordat ik naar Bhutan reis, verblijf ik eerst drie dagen in een boeddhistisch klooster voor een yogaretraite. Na twee yogasessies geeft mijn lijf aan dat het deze beweging niet gewend is: bijna alles doet zeer.

Behalve mijn hoofd. Dus ik leer vooral veel in de boeddhistische filosofielessen.

Zo leer ik hoe we een stilstaand beeld kunnen worden, als we niet ons hele lijf in beweging brengen. Het leven, wat gedragen wordt door de adem, bereikt de onbewogen delen niet. Zo bevindt de dood zich al in onszelf, als cellen en organen onvoldoende bloed en voeding krijgen. Ik leer dat ervaringen en emoties zich vastzetten in je lichaam (hoe je lichaam gaat staan naar je ervaringen). Als de adem niet stroomt, word je een stilstaand beeld. Zoals de vrouw van de bijbelse Lot : niet achter uit en niet vooruit kunnen. Gevangen tussen verleden en toekomst. Gevangen in alles wat niet meer bestaat.

Ik hoor en zie hoe belangrijk “teachers” hier zijn. Iedereen heeft een teacher waar die persoonlijk aan verbonden is. Ik ben altijd al hongerig geweest naar “teachers” (ik noemde het zelf geestelijke vaders/moeders). Ik zocht en vond ze in boeken, dat was veilig want het raakte vooral mijn hoofd, niet het echte leven in verbinding. Datgene waar ik naar verlang, vrees ik op hetzelfde moment diep.

Een teacher is als een groot vuur, hoorde ik zeggen. Ik ben als nat hout. Is dit het tekort dat ik steeds meer ervaar in mijn eigen christelijke traditie? Het gebrek aan zichtbare leermeesters waar je persoonlijk mee in verbinding staat en je het (spirituele) leven leren in de allereenvoudigste en herkenbare menselijke vragen over angst, eenzaamheid, aanpassing, verwachtingen, acceptatie….?



Tijd

Gedichten Posted on Thu, December 31, 2015 17:34:32

Er is een gedicht van Rutger Kopland waar ik zo aan het eind van het jaar vaak aan moet denken. Het besef dat we weer op de drempel staan naar een nieuw jaar toe, bepaalt me bij het begrip en de ervaring van tijd. Tijd hebben we niet, de tijd heeft ons. En als passanten drijven we op zijn golven. Prachtig hoe Kopland dat verwoordt:’hoeveel van wat er in ons leeft is ouder dan wij’… De tijd is groter dan mijn ik. Ik lig besloten tussen heden en verleden, een schakel in de tijd. Hoeveel overleeft daarvan als je niet letterlijk het leven doorgeeft? Tegelijk, hoe bevrijdend en relativerend ook ‘te bedenken dat ooit niemand meer zal weten dat we hebben geleefd’.

De ervaring van tijd… Vreemd en mooi tegelijk. De tijd inkijken, 2016 in, alsof we zien waar we heengaan, ‘een verte voorbij onze ogen’.
De tijd is onsterfelijk, zo anders dan jij, en ik. Hoe mooi als dat Kopland daar treffend een komma plaatst. Uiteindelijk ben ik alleen – met de tijd. Net als dat jij alleen bent.
Maar dat besef zou een afgrond zijn als er geen ‘nu’ was om ons te bedenken, geen ‘nu’ om in te leven. Als er geen ‘echo’s van de onbekende diepten’ zouden zijn. Dan eindigt het met de herinnering.

Het gedicht ‘Tijd’ van Rutger Kopland, hoe prachtig…

“Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi ook
nooit te zullen weten wat het is

en toch, hoeveel van wat er in ons leeft
is ouder dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven

zoals een pasgeboren kind kijkt alsof
het kijkt naar iets in zichzelf,
iets ziet wat het meekreeg

zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten
van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat
een verte voorbij onze ogen

het is vreemd maar ook vreemd mooi
te bedenken dat ooit niemand meer
zal weten dat we hebben geleefd

te bedenken hoe we nu leven, hoe hier
maar ook hoe niets ons leven zou zijn
zonder de echo’s van de onbekende diepten
in ons hoofd

niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik
buiten onze gedachten is geen tijd

we stonden deze zomer op de rand van een dal
om ons heen alleen wind”



Het ongemak van Kerst

Beschouwing Posted on Tue, December 22, 2015 20:25:16

In de eerste adventsweek deelde ik een gedicht over
sterren tijdens onze tocht naar het Kind. In deze laatste adventsweek wil ik
een ander gedicht delen. ‘The journey of the Magi’ van T.S. Eliot. Ook
dit gedicht gaat over een tocht. Dit gedicht spreekt me aan om meerdere
redenen. Allereerst is het prachtig geschreven, het neemt je mee in de
voorstelling van een reis vol ontberingen. Daarnaast is het een gedicht wat je
op diverse manieren kunt overdenken.

Een oud verhaal: drie wijzen zien een bijzondere ster. Die
ster belooft nogal wat, namelijk de geboorte van een koningskind, en daarom
trekken ze er op uit. Alleen dat gegeven al is merkwaardig. Waarom niet wachten
totdat het kind groot geworden is? De reis valt niet mee, zo schetst het gedicht.
Menigmaal komt een zelfde reactie: wáárom deze reis? Waar ben je naar op zoek in je leven, wat jaag
je na? Misschien weet je het antwoord zelf niet eens… Dúrf je te zoeken, misschien langs omwegen die donker en grillig zijn?

Halverwege het gedicht zie je het landschap veranderen. Een
dal, een beek, licht dat het duister doorbreekt. En dan aan het eind blikt de
wijze terug, zoekt naar betekenis: zou ik die hele reis opnieuw gemaakt hebben?
De wijze is verward: want getuige zijn van deze geboorte, het einddoel van de
reis, bleek niet alleen maar een nieuw begin, maar ook een einde. Alsof de
wijze met een schok wakker is geworden en de wereld met andere ogen bekeek. Hij
vond wat hij zocht, maar bij die ontdekking raakte hij vervreemd van de wereld
om hem heen. Zijn leven was niet langer behaaglijk.

De schoonheid en waarheid zit voor mij in het einde van het
gedicht. Daar waar een stukje hemel op aarde gevonden wordt, is eigenlijk helemaal
geen sprake van de kerstsfeer die we nu overal om ons heen kunnen proeven als
een aangename, warme sfeer. Het is als Mozes bij de brandende braamstruik:
beangstigend en bevrijdend tegelijk. Beangstigend, omdat hij de stem van God hoort die
hem een ongemakkelijke opdracht geeft waar hij het liefst onderuit wil komen. Het
ongemak van Kerst, en trouwens ook van Pasen, is een God die zich openbaart in
kwetsbaarheid, in zelf-verlies. Willen wij niet liever sterke goden? Goden die
orde op zaken komen stellen? Goden die zorgen voor zekerheid en recht? Goden
bij wie wij veilig in slaap kunnen vallen?

Met Kerst worden we niet in onze veilige wereld in slaap
gesust, maar ruw wakker gemaakt temidden van onze valse zekerheden, alles waar
we ons aan vast proberen te klampen in ons leven in een poging om ons ‘ik-besef’
veilig te stellen. Kerst maakt ons tot ‘niet-ik’, tot vreemdeling, veroordeeld
tot een zekere mate van eenzaamheid.

Het goddelijke, momenten van waarheid, ligt niet in het
verwachte, voorziene en berekenbare, maar in wat ons overkomt en onze plannen
dwarsboomt.

Momenten van waarheid beloven niet alleen bevrijding. Ze
laten ons ook verzuchten: ‘hoe lang nog, deze tijd?’

Momenten van waarheid zijn er niet als we ‘naar boven’
kijken, maar juist als we ‘naar beneden’ kijken: een kribbe, een kruis, een geboorte, een dood, een
hand, een lach, een lied…

Momenten van waarheid komen altijd onverwacht. Ze zijn er
soms, even. We kunnen er niet in blijven, er geen ‘thuis’ van maken, ze niet
vastpakken of bevechten.

We kunnen ze alleen leren ontvangen, zo eenvoudig als een kind aanvaardt wat is, zolang we overgeleverd
zijn aan de tijd en de tocht die steeds weer verder gaat, en soms zelfs even
terug. “De God van tijd ontwricht, opdat wij zacht worden”, schrijft Jan Oegema (De Stille Stem).

(klik hier als je het gedicht ‘The Journey of the Magi’ van
T.S. Eliot wilt lezen)



Ogen die raken

Beschouwing Posted on Thu, December 10, 2015 14:53:32

Gisteren was ik onder de indruk van het onderstaande filmpje
dat ik zag. De Servische kunstenares Marina
Abramović zat in 2010 in het Museum of Modern Art in New York. Bezoekers konden
op een stoel tegenover haar plaatsnemen en haar in stilte recht in de ogen
kijken zo lang als zij zelf wilden. Zo maakte zij oogcontact met ruim 1500
mensen. Op een gegeven moment schoof Ulay, haar ex-man, tegenover haar. Dat zie
je gebeuren in het filmpje. Het leidt tot een emotioneel moment, tot dieper
contact. Alsof er even een moment is dat door het kijken in elkaars ogen, er in
elkaars ziel gekeken wordt. Diepe, intense emoties komen door de ogen tot
uitdrukking.

<!–
WriteFlash('//galerij.ingeboef.nl/#!album-0‘);
//–>//galerij.ingeboef.nl/#!album-0

Ogen die raken, die
tot ‘binnen’ kijken en daar verbinding maken met de ander. Voor mezelf is
dat nog niet zo eenvoudig. Vaak merk ik dat ik de neiging heb om weg te kijken
als het gesprek al te veel dichtbij komt, als het gesprek raakt aan gevoel en emoties. Dan zoek ik de lucht, de abstractie van lege woorden.

Steeds meer ga ik beseffen dat ik met dat wegkijken de ander en mezelf ook de
kans ontneem op een ontmoeting die er echt toe doet, die raakt van binnen en
daardoor contact maakt op een manier die veel waardevoller kan zijn dan de
woorden die gezegd worden. Wegkijken verarmt mijn bestaan. Juist met de ogen maak je ruimte voor ‘zomaar
iets’ dat ongezegd, zacht en verrassend kan gebeuren tussen jou en de ander.



Reizen naar het Licht

Beschouwing Posted on Wed, December 02, 2015 10:48:08

Eén kaarsje. Het
begin van een reis naar Licht. De adventstijd is afgelopen zondag begonnen. In
vier weken naar het Licht, terwijl het in werkelijkheid een mensenleven duurt. Want
steeds is er weer een nieuwe tocht te maken.

Daarom raakte me
het volgende gedicht van Fr. Weerts.

Voor elke tocht is er een
ster.
Een woord, een teken,
een weg, een uitweg,
een terugweg als het moet….

Voor elke tocht is er een
ster.
Een vriend, een hand,
een huis, een thuis,
een boek, een beeld,
een lied misschien.

Voor elke tocht is er een
ster.
Voor ieder mens,
voor jong en oud,
die wijs wil heten.
Voor iedereen die zoekt
naar redding en naar recht.

Voor elke tocht is er een
ster.
Die wijzen brengen zal
waar ’t wonder van het leven,
in eenvoud wordt getoond.
Waar Gods liefdevolle geven
in kinderogen woont.

Het raakt me vanwege de belofte dat het Licht er al is. Het Licht is niet de eindbestemming, van wat aan het eind zich openbaart of gegeven wordt. Het Licht is er als we onderweg zijn, hoe de tocht ook is. Zelfs als blijkt dat de tocht om een terugweg vraagt. De ster laat zich zien in de alledaagse dingen onderweg: een hand, een vriend, een woord, een klank. Dat is het Licht.

De tocht brengt ons bij het wonder van het leven, waar ‘Gods liefdevolle geven in kinderogen woont’. Gods liefdevolle geven, zichtbaar in kwetsbaarheid, in kinderogen die vragen, die afhankelijk zijn. Gods liefdevolle geven in je eigen kinderogen. Zelfs al heb je je Innerlijk Kind ver weg gestopt.



Water

Beschouwing Posted on Sat, September 19, 2015 17:00:29

Afgelopen zomer heb ik verwonderd gekeken naar water. Het
begon tijdens een wandeling in Maligne Canyon in Canada. Aan de
kleuren van het bergmassief was goed te zien hoe het water steeds dieper door
het gesteente snijdt. Met een bulderend geraas vloog het water van boven naar
beneden, vliegensvlug voorbij. De gedachte dat dit water al tijden zo krachtig
voorbijraast en de Canyon, met een breedte van 2 meter en een diepte van 50 meter, nog steeds vormt, bezorgd me een moment van gevoel van vergankelijkheid. Datzelfde gevoel heb ik
als ik bij de Athabasca River zit, die met een lengte van 1500 kilometer het
Canadese landschap doorkruist. Op een avond zit ik daar te luisteren naar een
mevrouw die met een eenvoudige trommel mij iets wil vertellen en laten voelen
van haar verre voorouders die hier leefden in verbondenheid met de rivieren,
meren en bergen. Ze vertelt me dat de trommel is als de harteklop, die we al
horen 9 maanden voordat we de schoonheid van de wereld konden zien. De trommel
is voor haar als de harteklop, steeds in je aanwezig als een ultiem teken van
leven. Zoals deze rivier als een levensader is voor het landschap, de bomen, de
dieren, de mens.

Op een andere plek in Canada leidt een prachtige wandeling
me naar de zogenoemde Inkpots: 7 kristalheldere ‘vijvertjes’ met verschillende
kleuren. Als je goed kijkt zie je in het midden van de bron steeds kleine
bubbeltjes: het water borrelt zomaar op uit de grond. Ook hier heb ik met
verwondering naar staan kijken. Water – het is overal om ons heen, soms onzichtbaar,
maar met een grote kracht. We zijn omringd door water, en ook zelf bestaan wij
voor een groot deel uit water.

Bronwater welt vanzelf op uit de aarde. In veel culturen
werden bronnen om die reden als ‘heilig’ gezien. Wie bij de bron is, is bij het
begin van het leven. Vanuit de bron stroomt het leven als vanzelf. Adem is net
als water. Het stroomt overal naar toe waar ruimte is. Daar bij de Inkpots werd
ik stilgezet bij wat Jezus eigenlijk zegt als hij het over ‘levend water’
heeft. Hoe kom je bij dat levende water, vraagt de Samaritaanse vrouw aan Jezus
(Joh 4:11). Vervolgens wijst Jezus naar zichzelf: ‘Ik zal het je geven, en het
zal een fontein van water worden in je leven’. Wat ik altijd merkwaardig
gevonden heb, is dat wanneer de vrouw vraagt om haar dit te geven, Jezus haar
eerst de opdracht geeft om haar man te halen. En vervolgens gaat het in het gesprek
niet meer over het water waar de vrouw zo verlangend om vroeg, maar om theologische kwesties.

Hoe kom je bij levend water, bij de bron? Als adem net als
water is, dan misschien juist wel door de adem de ruimte te geven. Wanneer we
het druk hebben, verkleinen we de ademruimtes in het lichaam. Er komt
letterlijk ‘druk’ op te staan. Dat gebeurt wanneer we het druk hebben met
activiteiten, maar ook wanneer we het druk hebben met gedachten. We worden
weggevoerd van de bron, die juist naar ruimte zoekt en adem geeft. Jezus geeft
de vrouw levend water, in de ontmoeting die er tussen hen is en haar ruimte
geeft om te zijn, zonder oordeel. De Samaritaanse vrouw hoeft er niets voor te
doen, behalve “gewoon maar” te “zijn” in deze ontmoeting met de ander én met
haar zelf. Dan ontstaat er een heilige
stroom- zonder oordeel – die leven geeft en doorgeeft, en stroomt naar elke
plek waar ruimte en ontmoeting is. Misschien bedoelde Jezus dat in het vervolg van het gesprek met de vrouw, toen hij zei dat er niet langer een speciale heilige aanwijsbare plek is om God te aanbidden, maar dat God gevonden wordt in geest en waarheid… Zoals daar, waar Jezus en de vrouw elkaar vonden bij de put.



Don’t let it go out

Beschouwing Posted on Wed, September 09, 2015 15:47:09

Ik herinner mij nog goed een godsdienstles toen ik een jaar
of 14 was. Het was de les waarin mijn godsdienstdocent (met wie ik overigens nu
samenwerk binnen de auteursgroep)
mijn wereld een stukje groter maakte. Hij liet ons kijken naar een video van
een bijzonder concert. De manier waarop hij dat inleidde, gaf me het gevoel dat
ik iets heel bijzonders ging zien. Ik zag een jonge man op een podium: zwarte
laarzen, kort zwart haar met een matje en een rood geruite houthakkersblouse.
Het was niet echt iets ‘van mijn tijd’. Hij zong over iemand die kwam in de
naam van liefde. Het ging over Martin Luther King. Ging het misschien ook over
Jezus? Deze combinatie van goede muziek, protest en boodschap kwam bij mij
binnen. Na die les besloot ik meer van deze band te gaan luisteren en mijn
interesse in de muziek van U2 was geboren.

Gisteravond, bijna twintig jaar na de godsdienstles, zie ik
diezelfde man, Bono, als toen op de videoband, maar nu levensecht voor mij op
een podium. Dikker en ouder geworden, maar met dezelfde intentie om met zijn
muziek iets bij mij over te brengen. Tijdens het concert kwam mijn godsdienstles
terug in herinnering toen Bono hetzelfde nummer zong: Pride (in the name of
love). Het einde van het derde couplet zingt hij wat langzamer, er zit een
wijziging in die we blijkbaar goed moeten horen. ‘One man washed on an
empty beach’ werd ‘one boy washed on
an empty beach’. Een enkel regeltje uit een oud nummer, door de actualiteit een
nieuwe betekenis gekregen.

Muzikaal gezien spreekt niet elk nummer van U2 me meer aan.
Maar deze creativiteit en lef om te durven delen in de (eigen) pijn en het (eigen) verdriet, de
zorg in de wereld, en tegelijk je publiek mee te nemen in het geloof in een
andere wereld – dat vind ik mooi. Bijvoorbeeld met de tekst van mijn recente U2
favo-song ‘Song for Someone’, dat eindigt met:

“If there is a light
You can always see
And there is a world
We can always be
If there is a kiss
I stole from your mouth
And there is a light,
Don’t let it go out”



« PreviousNext »