Het is al weer even geleden, de Jom Kippoer viering op 10 oktober, waar ik beloofd had over te schrijven. Ik woonde deze viering bij in de liberale synagoge in Amsterdam. Voor het laatste onderdeel van de 24-uur durende dienst stroomde de synagoge weer helemaal vol. Sommigen waren even naar huis gegaan om een paar uur te rusten. Er mag op deze dag namelijk niets gegeten én niets gedronken worden. Zo ervaart men lijfelijk een dag van inkeer en schuld belijden. We bezongen met elkaar wat we hebben nagelaten, de fouten die we hebben gemaakt en met elk concreet voorbeeld sloeg men zich met een vuist op de borst. Ik moest denken aan de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar die beiden naar de tempel opgingen om te bidden. Het ‘zie mij eens!’ tegenover het ‘wee mij!’ Het contrast in onze samenleving is bijna net zo sterk: het gebod tot succesvol moeten zijn en gezien moeten worden tegenover de maatschappelijke afstraffing als er een publiek figuur een fout begaat.
We bezongen met elkaar ook al wat we wél hebben gedaan. Dat was een ontroerend lied: we hebben gehouden; we hebben hulp geboden; we hebben gegeven. We hebben het beide in ons: de neiging tot het kwade (yetzer ha’ra) en de neiging tot het goede (yetzer tov).
Aan het einde culmineert de dienst zich tot een smeekbede als ‘de poorten zich sluiten’ (Neilah, ‘het sluiten van de poorten’, is het laatste onderdeel van de viering). Mogelijk verwijst dit naar de tempelpoorten die aan het einde van de dag gesloten werden. In spiritueel opzicht gaat het over de hemelpoort, die zich zal sluiten na het opnemen van alle gebeden die horen bij het zielsonderzoek van de laatste maand van het jaar.

Plotseling werd ik dicht tegen mijn buurvrouw aangedrukt, die zorgzaam haar gebedsmantel over mijn hoofd heen trok. Het was een vreemde ervaring, we stonden zo samen als het ware te schuilen onder haar gebedsmantel. Om mij heen zag ik hele gezinnen onder gebedsmantels staan. Ook dat was een indrukwekkend beeld. Het drukte uit hoe wij allemaal onder de vergeving van de Ene leven en die beschutting nodig hebben. In het slotgebed wordt gesmeekt tot de Eeuwige: bezegel ons, in het boek van Leven!
Tijdens deze Jom Kippoer liet de joodse gemeenschap waar ik te gast was mij God kennen als een God die ons de kans en de verantwoordelijkheid geeft om onze fouten toe te geven. De Eeuwige heeft een groot geloof in ons en onze moed daartoe. God is een vergevende God.
Ik was onder de indruk van deze gemeenschap die met elkaar concreet gestalte geeft aan dit geloof. Mensen – heen en weer getrokken tussen goed en kwaad – zo menselijk bijeen. Mensen die ruimte creëren voor een dag samen eerlijk zijn, voor het voelen van schaamte en dan aan het eind van de dag elkaar te zien door de ogen van de Ene, van wiens vergeving en genade ieder mens afhankelijk is. God vergeeft ons waar wij steken laten vallen en in die vergeving geeft God ons nieuwe kracht om te helen wat wij beschadigd hebben, weer heel te maken wat wij gebroken hebben. Dat is nog eens een gezamenlijke belijdenis in een tijd waar zoveel als onvergeeflijk gehouden wordt en ‘succes’ en ‘geluk’ afgoden zijn geworden die weinig ruimte open laten voor misstappen, fouten en mislukking. Wanneer een gemeenschap zo’n geloof heeft en dit zo met elkaar ritualiseert in iets dat voelbaar is, kan een gemeenschap een helende kracht zijn in de menselijke ontmoeting juist op die plaatsen waar wij verwond en gebroken hebben. Je hoeft het niet alleen te dragen.
Je beschrijft heel mooi de collectieve visualisering van schuld en vergeving van de joodse gemeenschap. Ik krijg wel een vraag naar de kwaliteit van de relaties onderling in hoeverre men elkaar kent en wil kennen in de concrete overtredingen.Misschien heeft het collectieve ritueel dat niet nodig maar ik vond bv de vraag van afgelopen zondag in Silo ‘waarin heb ik jou geremd of verward’ erg mooi omdat het zo midden in de relaties stond en dus een op een veel persoonlijke moed vroeg om er echt op in te gaan. Dat is voor mij helend in een concreet christelijk kader Maar een choepa als tentje van genade van de Vader had daar zeker zichtbaar een dimensie extra aan kunnen geven!
Uiteraard zegt een collectief en jaarlijks ritueel nog niet zoveel over de onderlinge kwaliteit van de relatie (uiteindelijk mag het toch handen en voeten krijgen in de ik-jij denk ik). Maar wel degelijk iets over het bieden van openingen door het stellen van vragen en het creëeren van ruimte om elkaar te leren kennen in die overtredingen (wat de vraag afgelopen zondag in Silo in zekere zin ook doet). Het ritueel is zo een tastbare uitdrukking van het geloof dat men heeft – maar tevens ook oefening in! – in schuldbelijden en vergeven.
Mooi Inge!
Heel mooie en eerlijke ervaring, Inge. Het is bevrijdend om samen eerlijk te zijn en letterlijk te schuilen onder mantel van gebed! Dank voor je delen. Lieve groetjes, Jan