‘… die het licht vormt en het donker schept …’
In de weken voor kerst schreef ik diverse blogs over licht en dragers van licht. Het vormde een mooie voorbereiding en opgang naar Kerst, het feest van het licht. Inmiddels is bijna de eerste maand van het jaar voorbij en kerst al weer even geleden. Het feest van vrede op aarde, engelen en mensen samen, licht in de duisternis, God in ons midden. Bij dat verhaal kun je niet anders dan fijne, hoopvolle gevoelens hebben.
Maar nu ben ik terug bij de duisternis. Dat wil zeggen, ik volgde lessen van rabbi Manis Friedman over het kwaad. Waarom is er kwaad? Hoe kun je bij het zien en ervaren van kwaad geloven in een goede God? Waarom treft het kwaad ook mensen die geloven? Heel eerlijk gezegd krijg ik altijd kriebel van vragen die gaan over het kwaad. Misschien omdat het dan zo gauw ook gaat over een God die straft, zoals die vraag een jaar geleden bij het begin van de coronacrisis zich zo snel liet horen: is corona een straf van God? Wat is dat toch, dat we bij tegenslag en crisis zo snel het beeld van de straffende God tevoorschijn halen? Het jeukt ook, omdat ik het niet bij elkaar krijg: het christelijk geloof dat in de kern het verhaal van Gods vergevende reddingsplan zo nauwkeurig verteld en dan toch weer met die straffende God op de proppen komt.
Maar eerlijk gezegd, de andere kant jeukt ook. De kant van God als zachte teddybeer die er altijd is, vooral als jij het moeilijk hebt. Waar je lekker zacht tegen aan kunt leunen en zo lekker jezelf kunt zijn. Die God die geen scherpe randjes heeft, die niet schuurt, niet snoeit, maar alleen mijn eigen aangename antwoord is. Nee, bij zo’n God gaat toch al snel je egocentrische tuin wildgroei vertonen. Het Joodse beeld van God is veel uitdagender dan dat. Een God die licht en duister, liefde en haat, straf en barmhartigheid in zichzelf verenigt, dat is niet eenvoudig te behappen. Daar moet je mee strijden, zoals Jakob deed. Of zoals je doet met je partner. Nog een stapje dichterbij: zoals je doet met jezelf, je eigen hart waarin alles samenkomt wat tegenovergesteld is, de liefde en de haat, het licht en het donker. Zo lezen joodse commentaren de opdracht uit Deuteronomium waar staat
‘Heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, en geheel uw ziel en al uw krachten’
Deuteronomium 4:5
In de Midrasj (commentaar bij de Tora) wordt het woord ‘krachten’ uitgelegd als de twee drijfveren die in je huizen: de drijfveer tot het doen van het goede én de drijfveer tot het doen van het kwade. We dragen allemaal beide krachten in ons, het is door God zelf in ons hart gelegd, en het is de bedoeling om God te dienen met alles wat in ons is. Dat roept natuurlijk de vraag op hoe we God kunnen dienen met de krachten die ons naar het kwade verleiden. Op die vraag kom ik een volgend blog terug, om nu even bij dat Joodse beeld van God te blijven.
In Jesaja 45 staat een ongemakkelijke tekst. In de aanloop naar kerst, het Licht, kiezen we liever andere teksten uit Jesaja dan bijvoorbeeld deze:
‘Ik ben de Heer, er is geen ander, die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept’
Jesaja 45:6-7
Dat God de enige macht is, is voor joden een van de belangrijkste geloofsprincipes. Er is geen macht buiten God. Waar naastgelegen volken geloofden in een god van vrede en in een god van oorlog, een god van zegen en een god van vloek, een god van liefde en een god van de haat, vormde het joodse geloof een belangrijke uitzonderlijke tegenstem: er is maar één God. Hoe dwaas is dat?! Hoe kan dezelfde god zorgen voor oorlog en vrede, zegen en vloek, liefde en haat? Als je werkelijk gelooft dat God de enige macht is, dan maak je je er allerminst makkelijk van af. Ik hoorde rabbi Manis Friedman zeggen dat als je niet gelooft in God je ook geen vragen hebt. Het is absurd om dan te vragen waarom er geen gerechtigheid is of waarom er kwaad is. Waarom zou er geen kwaad zijn? Waarom zou er gerechtigheid moeten zijn? Pas als je gelooft in God wordt de afwezigheid van gerechtigheid en de aanwezigheid van het kwaad een probleem. En, zegt rabbi Manis Friedman, hoe méér en hoe dieper je een relatie met God hebt, hoe groter je probleem, hoe meer je vragen! Joden kennen daarom niet het beeld van een satan zoals christenen dat kennen (en dan vooral in de eschatologische schriften). Het kwaad is geen macht in zichzelf, maar een mogelijkheid in de schepping.
Dit alles roept veel vragen op en de komende weken wil ik dit op dit blog verder uitwerken. Omdat het me bezig houdt, maar ook omdat het een lens biedt om eens opnieuw te kijken naar mijn eigen christelijke verhaal, ‘van Kerst tot Pasen’, over verlossing.