Hoe meer ik kauw op het verhaal van Jona, hoe meer ik zie hoe het verhaal gaat over het aangaan van relaties en emotioneel nabij durven zijn. Het viel me des te scherper op toen ik van de week een mail van Stichting Dominicanenklooster Huissen ontving met als onderwerp: ‘Kom thuis bij jezelf’. Is het niet veel spannender om thuis te komen bij een ander? Een mooie vraag die ik meeneem voor een nieuwe serie. Maar eerst ter afronding van deze serie nog een paar laatste gedachten bij Jona.

Jona is eenzaam. Hij zit onder zijn wonderboompje dat hem schaduw geeft. Een aangename retraite. Hij raakt er aan gehecht, aan dat boompje, dus zodra de wonderboom verdort hoeft het leven van hem niet meer. Jona gaat geen relatie aan. Niet met God : hij vluchtte weg toen God tot hem sprak. Niet met de zeelieden : hij trok zich terug in het ruim van het schip. Niet met de inwoners van Nineve : hij blijft aan de buitenste rand van de stad om daar zijn boodschap te droppen en gaat dan weer weg.

Jona heeft wél succes. Zelfs aan de buitenste rand van de stad geloven de inwoners hem, een vreemde uit een ander land die namens een onbekende God spreekt, direct. De inwoners van de stad, zelfs de koning, gehoorzamen onmiddellijk en komen tot inkeer. We lezen niets van vervelende situaties van ongeloof of dat de spot met Jona gedreven wordt. Hij is een succesvol profeet, maar als God dan zijn plan bijstelt hoeft het allemaal niet meer van Jona. ‘Laat mij maar sterven, Heer: ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven’. In een verhaal dat maar vier hoofdstukken kent, horen we Jona dit twee keer verzuchten. Je krijgt de indruk dat Jona al een depressie had vóórdat hij op missie naar Nineve gestuurd werd.

‘Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven’: Wat is ‘zo’? Is ‘zo’ niet de eenzaamheid, het feit dat hij geen relaties aangaat, hoogstens met een wonderboom? Misschien zouden we hem naar een retraiteweekend moeten sturen om thuis te komen bij zichzelf, in zijn eigen leven. Even een weekendje ‘zelfzorg’, zoals Jona dat zoekt in de hut die hij voor zichzelf bouwt.

Nee, zelfzorg is niet wat Jona nodig heeft. Jona heeft ánderzorg nodig. ‘Anderzorg’, die term las ik bij Jonathan Sacks.

Het verhaal van Jona eindigt abrupt, maar volgens mij precies bij de kern van het verhaal. God laat Jona achter met een vraag die gaat over zorg en het investeren in de relatie, over emotioneel nabij-zijn, over je laten raken door mensen, zelfs als het pijn doet en verdriet geeft, over de kans op verandering, van mens én God, in de relatie.

Thuiskomen bij jezelf, we kunnen er allerlei boeken over lezen en cursussen over volgen. Dit is de tijd van zelfzorg. Maar zelfzorg verbindt je met jezelf, en hoe nodig dat soms ook kan zijn omdat je ergens in je leven jezelf bent kwijtgeraakt, ware levensvervulling ligt in de verbinding met de (A/a)nder. Joodse denkers als Martin Buber en Emanuel Levinas wisten dat als geen ander te benoemen. Jonathan Sacks zegt het krachtig in de onlangs verschenen Nederlandse vertaling van ‘Morality’:

‘Menszijn gaat zo onweerstaanbaar over relaties; over trouw, over eerlijkheid, over loyaal en toegewijd blijven, ondanks alle spanningen, dieptepunten, misverstanden, tegenvallers en de vele manieren waarop we tekortschieten’.

Jonathan Sacks, Moraal, 53.

Zó laat God zich zien, tegenover Jona én tegenover de inwoners van Nineve die omkeerden op de weg die bij God vandaan bracht. En zó laat God zich omkeren.

‘Het Zelf is het probleem, niet de oplossing. Als ik terugblik op mijn leven ontdek ik dat er altijd een ander was die me een nieuwe richting in stuurde’.

Jonathan Sacks, Moraal, 55.

De koning van Nineve zou het gezegd kunnen hebben, verwijzend naar Jona die hem een nieuwe, gezondere richting in stuurde. Terwijl Jona zich eenzaam in zichzelf terugtrok onder zijn boom…